Pagina's

zondag, november 23, 2003

Jeanne stuitte op een Berendien uut Wisp:

Iemand die gevoelig is voor epilepsie heeft vaak de neiging om alles in eigen hand te willen houden, alles onder controle. Hierdoor ontstaat er als het ware een chronische verkramping van epi- en hypofyse. De geestelijke informatie kan hierdoor heel moeilijk tot je doordringen en je blijft een beetje in je eigen cirkeltje ronddraaien.
Als de situatie heel spannend wordt of emotioneel geladen. Als je helemaal niet weet wat je ermee aan moet, komt je eigen engel (of je innerlijke leiding) je als het ware te hulp. Hij gaat gewoon geestelijke informatie voor je halen. Hierdoor schrikt je lichaam: "o jee, ik zit zonder leiding" en schiet in een spasme. Ook je hypofyse doet mee met deze paniekaanval. Reflexmatig echter bijt je automatisch op je tong. Toevallig zit op je tong het reflexpunt van je hypofyse waardoor deze weer ontkrampt en je innerlijke leiding weer terug kan komen. Terug van weggeweest, met een boodschappentas vol informatie. Dat is ook wat je vaak ziet, epileptici zijn na een aanval enorm geïnspireerd en komen vaak na een insult op de meest fantastische ideeën.

Ach ach... Niet alleen heb ik epilepsie, maar daar bovenop ben ik een slechte epilepticus :-( Na een stuip denk ik alleen maar: SLAPEN!!!!!

Over cystes: Wat al helpt is je cyste(s) benaderen als een kindje wat in je zit. Dit kindje, dat loopt rond met jouw verdriet. Dit kindje heeft aandacht en liefde nodig. Dit doe je door je handen op je buik te leggen, jezelf te ontspannen en te voelen wat er gebeurt in je buik. Als je merkt dat je in je denken schiet ga je gewoon weer terug naar je handen en je buik.

Over allergie: Een allergie patiënt weet niet goed hoe om te gaan met agressie. Het is vaak een probleem om de agressie, de woede die in hem/haar leeft naar buiten te brengen. En als je iets niet naar buiten kunt brengen blijft het in je zitten. Het gaat als het ware een eigen leven leiden. Het kan er niet uit maar wil zich wel "uitleven" en dat doet het door zich te keren tegen het eigen lichaam. Zo krijgt een aanvankelijk geestelijk conflict uiteindelijk een lichamelijke uitwerking.
Dat waar je bang voor bent probeer je, heel menselijk, te bestrijden. Agressie heeft dan ook altijd te maken met angst. Het angstgebied van de allergiepatiënt blijkt als het ware uit de dingen die zijn agressie opwekken. Poezenharen hebben te maken met aaibaarheid, aaibare zachtheid, aanrakingen en liefkozingen. Stuifmeel heeft te maken met vruchtbaarheid, met liefde, seksualiteit, wellust en impulsiviteit. Huisstof tenslotte is te associëren met het smerige, het vieze, het onreine.

Ik ben allergisch voor dit soort kromdenken. Zou ze daar ook iets voor/tegen hebben?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten