Pagina's

dinsdag, januari 13, 2004

Wat zegt het dat ik in mijn nachtmerries vroeger alleen op de vlucht was voor onbekende angstaanjagende dingen, en dat ik nu nog steeds vlucht, maar dan met een groep? En vaak ook nog met een groep waarvan de ene helft niet doorheeft hoe serieus de dreiging is en lekker toeristisch wil rondkijken, terwijl de andere helft het wel doorheeft maar de rest niet bang wil maken, zodat ik met een uitwaaierende groep kijkers zit die ik bijeen moet houden en met een groep die angstvallig neutraal doet.
Vroeger liep ik alleen met een koffertje of steekkarretje door donkere straten vol oorlog. Ik dacht als kind altijd dat het per definitie donker was als het oorlog was; het heeft lang geduurd voor ik begreep waarom mensen het niet altijd gelijk doorhadden als er oorlog uitbrak - want dat zag je toch, dan werd het toch donker?
Tegenwoordig loop of fiets ik over dijken, door steden, langs rivieren, mooie landschappen, alleen moet ik er zo snel mogelijk weg met mijn groep.
Vluchten bleef vluchten. Alleen werd samen, maar wel samen met grote verantwoordelijkheid.

Dan was die bizarre droom over met vriendje in de zon over de Oudegracht wandelen, terwijl we keken naar een reusachtige, lieve zwartwitte haai in de gracht, toch een stuk prettiger.
De mooiste droom ooit was die keer dat ik ontdekte dat zus en ik dezelfde moeder hadden (is niet zo), en dat ik via een aanwijzing in een klein juwelenkistje bij een kleuterschool kwam, waar zij lesgaf. Ik bekeek de moeder van mijn zus, in een bruinroze jurk, en ineens drong het tot me door: dit was de moeder van mijn zus, dus ook van mij! Ik huilde van opluchting, eindelijk gevonden!
De nachtmerrie begon die keer pas toen ik nog huilend wakker werd. En me realiseerde dat het maar een droom was geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten