Pagina's

donderdag, februari 05, 2004

Romeins schip blijkt van Nederlands fabrikaat

UTRECHT - Het Romeinse schip dat vorig jaar bij De Meern werd opgegraven, blijkt gebouwd te zijn binnen of vlakbij de grenzen van het huidige Nederland.
Dat heeft de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) vastgesteld na onderzoek van de bomen, waarmee het vaartuig is gebouwd. Volgens de dienst is het vaartuig, dat De Meern I is gedoopt, daarmee het eerste 'Nederlandse' Romeinse schip dat bekend is.
Het vaartuig werd in 1999 aangetroffen tijdens bodemonderzoek in het nieuwe Utrechtse stadsdeel Leidsche Rijn. Bij de opgraving vorig jaar bleek het te gaan om het meest complete Romeinse vaartuig dat ooit is gevonden ten noorden van de Alpen.
Tot voor kort dachten archeologen dat in Nederland gevonden Romeinse schepen afkomstig waren uit het midden of zuiden van Duitsland. Van de bomen die voor de De Meern 1 gebruikt zijn, is onlangs echter vastgesteld dat ze veel dichter bij huis groeiden, waarschijnlijk binnen het huidige Nederland.
Er vanuit gaande dat de Romeinen de bomen niet over grote afstanden vervoerden, denkt het ROB dat ze de boot dicht bij de vindplaats bouwden. Voor de De Meern 1 zijn drie enorme eiken gebruikt. Een voor de zijkanten, een voor de bodem en een derde voor de L-vormige elementen die de bodem met de zijplanken verbinden.
Aan de groeikenmerken van de bomen valt volgens het ROB af te lezen dat ze niet uit hetzelfde bos komen. Ze waren zo groot dat de bouwers goed gezocht moeten hebben om ze bij elkaar te krijgen. Onderzoek van de jaarringen laat zien dat ze rond het jaar 148 na Christus zijn omgehakt. Gelet op de lengte van De Meern 1 (25 meter) waren de eiken zeker 40 meter hoog.
Onderzoek naar voorwerpen in het schip wees uit dat ze dateren uit de periode van 180 tot 200 na Christus. Dat betekent volgens het ROB dat het schip veel langer in gebruik was dan de levensduur die tot nu toe aan Romeinse schepen werd toegedicht.
De De Meern 1 werd in juni vorig jaar gelicht en overgebracht naar Lelystad, waar het in het gebouw van het ROB en het Nederlands Instituut voor Onderwaterarcheologie wordt geconserveerd en bestudeerd.
(Bron)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten