De katten hebben allebei zo hun favoriete plekjes. Tijger ligt erg graag bovenop een doos op de kast, pal onder het plafond. Voorkeursplek in de huiskamer is een kussen van de bank, reserveplek is bovenop de bankleuning.
Tom ligt graag in de kast, achter de boeken - of schuin achter mijn stoel, op het kleed. Reserveplek: in een doos in een stellingkast.
Die plekken rouleren weleens, en daar zit een ritme in. Tom lag weer een paar dagen lang vaak in de doos - dus Tijger ligt daar nu. Tom is buiten, en zal bij binnenkomst pontificaal op 'Tijgers' kussen gaan liggen.
De enige eenkatsplek is de hoge van Tijger: Tom durft daar niet heen te springen. En een lekker ligplekje halverwege laat ie wel uit z'n hoofd sinds zijn lieve zusje een keer van haar hoge plek bovenop 'm sprong (expres ja, zo is ze wel).
Als ik slaap, ligt Tom graag naast me. Als ik wakker word, komt Tijger meestal aanrennen - waar beweging is, is hoop. Vanochtend keek ze ineens verschrikt op, haar ogen werden steeds groter, en ze sloeg op de vlucht. Er liep een spin op de muur - achter langpootspinnen en trilspinnen gaat ze aan, maar deze was iets groter/dkker (niet zo'n enge kelderspin, maar toch iets steviger dan de standaardbinnenspin), en het fanatieke jaagmonster vond dat blijkbaar eng :-)