Steeds meer tieners met slechte gebitten

DIEMEN - Het aantal 14- en 15-jarigen dat met niet gevulde gaten in het gebit rondloopt is tussen 1996 en 2003 aanzienlijk toegenomen. Was in 1996 26 procent van de gaten bij tieners niet gevuld, in 2003 was dat met 40 procent van de gaatjes het geval. Bij kinderen tot tien jaar was in 2003 bijna de helft (48 procent) van de gaatjes niet gevuld. Dat blijkt uit het Signalement Mondzorg dat het College voor Zorgverzekeringen donderdag aan minister Laagst (Volksgezondheid) aanbiedt.
Hoewel elk kind via het ziekenfonds verzekerd is voor tandheelkundige zorg, verslechtert de kwaliteit van de gebitten. Het CVZ noemt dit een "zorgelijke ontwikkeling".
Het college heeft geen eenduidige verklaring voor deze ontwikkeling. Het constateert wel dat de schooltandarts in bijna heel Nederland verdwenen is. In twaalf plaatsen bestaat nog wel een regionale jeugdtandarts. De tanden van kinderen die hier heen gaan, zien er gemiddeld beter uit. Het college adviseert Laagst de tandartszorg voor jeugdigen onder te brengen bij de gewone jeugdgezondheidszorg van gemeenten en provincies.
Het college herhaalde verder een al eerder geuite zorg over de problemen die gehandicapten hebben met het vinden van goede tandartszorg. Gewone tandartsen verwijzen ouders en hun gehandicapte kind soms pas naar een instelling voor bijzondere tandheelkunde wanneer acute behandeling nodig is. De meerderheid van de verstandelijk gehandicapten gaat daarom al in hun jeugd naar de 'gewone' tandarts. Deze mist nog al eens de vaardigheden om met gehandicapten om te gaan. Het CVZ gaat onderzoeken hoe de tandartszorg voor gehandicapten verbeterd kan worden.
Uit het rapport blijkt verder dat nog steeds ongeveer 80 procent van de ziekenfondsverzekerden aanvullend verzekerd is voor tandartskosten. Het bezuinigen op deze zorg uit het ziekenfondspakket heeft daar geen effect op gehad. Wel blijkt dat volwassen verzekerden minder vaak naar de tandarts gaan. Van de mensen die geen aanvullende verzekering hadden, liet 37 procent weten geen klachten te hebben, 20 procent vond het te duur of stelde geweigerd te zijn voor een aanvullende verzekering.
(Bron)