Pagina's

zaterdag, juli 30, 2005

Vlinders dupe van droge zomer 2003

WAGENINGEN - De Nederlandse vlinders hebben een slecht jaar achter de rug. Vorig jaar telde het Landelijk Meetnet Vlinders het laagste aantal sinds 1990, maakte de Vlinderstichting vrijdag bekend.
De tellingen van 2005 lopen nog, maar de eerste indicaties zijn eveneens weinig hoopgevend voor de vlinderliefhebbers. "Het zijn vooral de tuinvlinders, die het laten afweten", stelt C. de Zwaay van de Vlinderstichting. De soorten als de dagpauwoog en de kleine vos doen het deze zomer ook matig.
De droge en hete zomer van 2003 is volgens De Zwaay de grote boosdoener. Hierdoor konden veel rupsen niet genoeg eten vinden, wat tot flink minder vlinders in de daaropvolgende zomer leidde.
De Zwaay legt uit dat vlinders het meest gebaat zijn bij een doorsnee Nederlandse zomer. "Af en toe wat regen voor de rupsen en af en toe wat zon voor de vlinders." De zomer van dit jaar zou volgens hem zodoende wel goed kunnen uitpakken voor deze insecten.
De heivlinders hebben door de droogte van 2003 de zwaarste klap opgelopen. Hun aantal zakte een jaar later volgens het meetnet naar een "ongekend dieptepunt". De droogte heeft niet alle soorten even hard getroffen. Sommige vlinders als de zilveren maan, het oranjetipje en het icarusblauwtje kwamen vorig jaar juist in grotere aantallen voor dan een jaar eerder.
Het meetnet houdt bij bepaalde routes in de gaten hoeveel vlinders er langs fladderen. Sinds 1990 ligt dat gemiddeld op 553 vlinders per route. "Het gemiddelde van 391 vlinders per route (in 2004, red.) is minder dan de helft van de 840 in 1995", constateert het meetnet.
Nederland telt zeventig inheemse soorten dagvlinders. Ruim de helft daarvan staat op de zogenoemde Rode Lijst van bedreigde dieren.
(Bron)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten