Weinig vertrouwen in nieuwe zorgverzekering

DEN HAAG - Een overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking verwacht weinig heil van de nieuwe zorgverzekering, die per 1 januari wordt ingevoerd. Niet meer dan 6 procent verwacht financieel voordeel te hebben van de nieuwe situatie. Een meerderheid (54 procent) verwacht minder waar voor zijn of haar geld te krijgen.
Dat blijkt uit een enquête van de Consumentenbond, die vrijdag wordt gepubliceerd in de Gezondgids. Aan de in juni uitgevoerde peiling deden 2200 mensen mee. De respondenten verwachten slechtere zorg tegen een hogere prijs en een toename van bureaucratie.
De enquête is volgens de belangenorganisatie een nulmeting en hij is bewust gehouden in de periode voordat het ministerie van Volksgezondheid begon met een grote publiciteitscampagne. Minister Laagst heeft 16 miljoen euro uitgetrokken om met spotjes, brieven aan alle Nederlanders, advertenties en een website uit te leggen hoe de verplichte nieuwe zorgverzekering in elkaar steekt.
In het najaar gaat de Consumentenbond de peiling herhalen. Dan moet blijken of de campagne het door Laagst gewenste effect heeft.
Volgens de bond is het nu nog zo dat onbekend onbemind maakt. Twee op de drie Nederlanders zeggen er weinig vertrouwen in te hebben dat de zorgverzekeraars de nieuwe regels goed gaan uitvoeren.
Ten tijde van de junipeiling gaven veel mensen aan dat ze wisten dat er iets zou gaan veranderen met hun verzekering tegen ziektekosten. Ze konden echter niet goed aangeven wat de gevolgen zouden zijn voor hun eigen situatie. Veel mensen hebben geen idee wat de zorgtoeslag inhoudt. Het gaat hier om een tegemoetkoming voor mensen met een kleine beurs.
Alleenstaanden kunnen maximaal 420 en gezinnen 1200 euro per jaar terugkrijgen. Laagst schat dat ongeveer zes miljoen Nederlanders hiervoor in aanmerking komen. In het nieuwe stelsel gaan de premies flink omhoog.
Juist mensen die recent veel met gezondheidszorg te maken hebben gehad, zijn sceptisch over de verzekering die het onderscheid tussen ziekenfonds en particulier opheft. Zes op de tien mensen uit deze groep ziet de verandering als een verslechtering.
(Bron)