Bussen aangesloten op waarschuwingssysteem terrorisme

DEN HAAG - Het waarschuwingssysteem dat overheidsdiensten en het bedrijfsleven extra alert maakt op de dreiging van terrorisme, is uitgebreid naar het stads- en streekvervoer. Het ministerie van Justitie maakte woensdag bekend dat bussen en trams van onder meer ov-bedrijven RET (Rotterdam), HTM (Den Haag), GVB (Amsterdam), GVU (Utrecht) en streekvervoerders als Arriva en Connexxion zijn aangesloten op het zogeheten Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (ATb).
De bedoeling van dit systeem, dat sinds dit jaar geldt, is dat de overheid en het bedrijfsleven bij toenemende dreiging snel maatregelen kunnen nemen. Zo werden de Nederlanders eerder dit jaar opgeroepen extra waakzaam te zijn op verdachte zaken op trein- en metrostations. Dit is inmiddels afgezwakt tot de normale situatie. Momenteel geldt alleen voor Schiphol dat er sprake is van een lichte dreiging.
Behalve Schiphol, het spoor-, stads- en streekvervoer zijn de haven en petrochemische industrie in de regio Rotterdam en de drinkwater-, elektriciteit-, gas- en nucleaire sector aangesloten op het waarschuwingssysteem. Deze lijst wordt naar verwachting nog uitgebreid met het personenvervoer over binnenwateren, het openbaar bestuur, grote publiekstrekkers (bijvoorbeeld evenementen en stadions), de olie-, chemische en financiële sector.
Een sector wordt aangesloten als die van vitaal belang is voor de economie en/of hij een aantrekkelijk doelwit lijkt voor terroristen. Daarbij wordt bekeken of het mogelijk is om met eenvoudige middelen grote aantallen slachtoffers te maken en "of er doelen in het spel zijn met een belangrijke symbolische betekenis voor onze westerse samenleving".
Het systeem kent naast het basisniveau drie fases: lichte, matige en hoge dreiging. Bij elk niveau horen specifieke maatregelen voor de sectoren. Het stads- en streekvervoer bevindt zich nu op het basisniveau. Dat betekent dat de beveiligingsmaatregelen die op dit moment tot de dagelijkse praktijk behoren, uitgaan van een normale situatie, waarin geen sprake is van een bijzondere dreiging.
(Bron)