Artsen zonder Grenzen stapt uit SHO

AMSTERDAM - Artsen zonder Grenzen (AzG) stapt per direct uit de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO). De manier waarop SHO fondsen werft, sluit slecht aan bij het verlenen van directe medische hulp als die het meest nodig is, stelt AzG dinsdag in een verklaring.
De SHO zijn bekend van hun nationale acties voor grote natuurrampen zoals recent de aardbeving in Pakistan en de zeebeving in Azië. Het tijds- en plaatsgebonden karakter van de nationale acties maakt het onmogelijk giften elders te gebruiken, ook als hulp daar op dat moment veel harder nodig is, aldus Artsen zonder Grenzen.
"Na de tsunami was de opbrengst van de nationale actie zo groot dat we die niet op een verantwoorde manier aan medische noodhulp zouden kunnen besteden", verklaarde directeur M. Hofman. "Soms is de medische nood zo groot dat we een veelvoud van de giften aan de SHO zouden kunnen gebruiken."
Hofman stelt dat de publieke belangstelling voor humanitaire crises in Darfur, Somalië, de Democratische Republiek Congo en Bangladesh te klein is om een succesvolle nationale actie voor te organiseren. "Toch is er juist voor dit soort vergeten conflicten veel geld nodig voor medische noodhulp."
AzG was sinds de oprichting in 1989 aangesloten bij de SHO en maakte aanspraak op 21 procent van de opbrengst van nationale acties. Sinds 1999 heeft de hulporganisatie bij zeven van de twaalf nationale acties afgezien van de fondsen die waren geworven, omdat zij over voldoende middelen beschikte om activiteiten in getroffen rampgebieden te kunnen financieren.
De SHO kunnen zich daarom vinden in het besluit van AzG, lieten ze weten. Ze betreuren, maar respecteren de beslissing. De SHO benadrukken dat het in de toekomst mogelijk blijft dat AzG als gastorganisatie deelneemt aan een nationale actie.
(Bron)