Nederland in Europese top slechte vlinderlanden

WAGENINGEN - Nederland staat op de tweede plaats in de Europese ranglijst van landen waar de dagvlinderstand het hardst achteruit gaat. In de afgelopen 25 jaar is het aantal dagvlinders met de helft tot driekwart afgenomen, zo maakte de Vlinderstichting donderdag bekend.
De tweede plek deelt Nederland met landen als Italië, Groot-Brittannië en Duitsland. Alleen België doet het met een achteruitgang van 75 procent nog slechter. Daar is de situatie "het meest dramatisch", aldus de vlinderorganisatie die samen met Britse onderzoekers de ontwikkeling van de Europese vlinderstand in kaart bracht.
In heel Europa gaat het niet goed met dagvlinders als de dagpauwoog en de kleine vos. "De verspreiding van de dagvlinders is de afgelopen 25 jaar in 45 onderzochte landen meer dan 10 procent achteruit gegaan", stellen de onderzoekers.
Vlinders als de veenbesparelmoervlinder, die in de natte graslanden leeft, hebben het meest te verduren. Deze groep liep in 25 jaar met bijna een vijfde terug. Ook de moerasvlinders als de grotevuurvlinder (min 15 procent) en de bosvlinders als de kleine ijsvogelvlinder en het landkaartje (min 14 procent) hebben terrein moeten prijsgeven.
Het verlies aan vlinders komt volgens de onderzoekers doordat er steeds minder leefgebied voor deze insecten overblijft. Ze leiden een betrekkelijk kort leven en stellen zeer kieskeurig eisen aan hun leefomgeving. De vlinders geven zodoende "belangrijke informatie over de toestand van milieu en natuur", vinden de onderzoekers.
(Bron)