Pagina's

vrijdag, mei 11, 2007

Direct aan het werk schrikt deel bijstandsvragers af

AMSTERDAM - Gemeenten weten met zogeheten work first-projecten mensen succesvol af te schrikken om een bijstandsuitkering aan te vragen.
Gemiddeld een derde van de personen die aanklopt voor bijstand, haakt af als de gemeente zegt dat ze direct een traject ingaan om aan de slag te komen en desnoods moeten werken voor hun uitkering. Ook worden zo meer mensen die wel in de bijstand terechtkomen, aan een baan geholpen.
Dat blijkt uit een donderdag gepresenteerd onderzoek van de vereniging van directeuren van sociale diensten (Divosa) naar het effect de nieuwe aanpak van gemeenten.
De gemiddelde uitstroom naar werk bij mensen die deelnemen aan een work first-traject, bedraagt 45 procent. Dat is ruim anderhalf maal zo hoog als de 'normale' uitstroom uit de Wet werk en bijstand.
Inmiddels hanteren ruim acht op tien gemeenten de work first-benadering. Ondanks het succes roept de opkomst van de aanpak bij Divosa-voorzitter Tof Thissen ook "twijfelachtige gevoelens" op.
Het is volgens hem goed om vanaf dag één dat iemand zich meldt aan het loket van de sociale dienst, hem te helpen aan een baan. Maar hij stelt dat vaak wordt gezocht naar de "kortste weg" naar werk.
Veel mensen komen daardoor terecht in tijdelijke, onzekere en laagbetaalde banen met weinig perspectief. Dat brengt het gevaar van "draaideurklanten" met zich mee, waarbij cycli van werk worden afgewisseld met periodes dat mensen moeten terugvallen op een WW-uitkering en bijstand. Hij waarschuwt voor "werkenden armen".
Bovendien verdwijnen volgens Thissen kwetsbare mensen uit het gezichtsveld van de sociale dienst. "Ik maak mij zorgen over de 33 procent die afziet van een aanvraag voor bijstand als ze horen dat ze in work first-traject moeten." Een deel gaat aan het werk, maar personen kunnen ook het illegale circuit induiken, accepteren "eenvoudig" een leven onder de armoedegrens of zijn aangewezen op familie en vrienden.
Sinds de invoering van de nieuwe Bijstandswet in 2004 zijn gemeenten financieel verantwoordelijk voor de uitkeringen. Daardoor worden ze geprikkeld om het aantal bijstandsgerechtigden zo laag mogelijk te houden. Het aantal mensen in de bijstand is gedaald van 336.000 eind 2003 tot 302.00 eind vorig jaar. Dat is het laagste aantal in 25 jaar.
Opvallend is dat gemeenten die door de nieuwe wet werden geconfronteerd met een tekort op hun bijstandsbudget, de work first-projecten strakker organiseren. Daar schrikt de aanpak gemiddeld 8 procent meer mensen af om een uitkering aan te vragen ten opzichte van lokale besturen met een overschot op hun budget.
De uitstroom in de bijstand bij gemeenten met een tekort bedraagt bovendien 57 procent, tegen 42 procent in plaatsen met een overschot.
(Bron)

In Utrecht haakt ongeveer 20% af. Waarom scoort Utrecht lager?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten