Eerste dode vogels door olieramp Zuid-Korea

AMSTERDAM - Op de Zuid-Koreaanse westkust spoelden maandag de eerste dode zeevogels aan, gedrenkt in de olie die in zee is gelopen nadat een tanker vrijdag door een werkschip was aangevaren.
In totaal liep er 10,5 miljoen ruwe olie in zee en milieuactivisten vrezen dat het gebied nog jaren de gevolgen van de milieuramp zal ondervinden.
Zo'n 8.800 vrijwilligers, kustbewoners, ambtenaren, politieagenten en soldaten waren maandag met scheppen en emmers op de stranden aan het werk om de olie op te ruimen, terwijl in zee personeel van de kustwacht, schippers en vissers op 138 schepen en in twee helikopters het hunne deden om zoveel mogelijk olie van de kust weg te houden.
De Zuid-Koreaanse westkust wordt jaarlijks door miljoenen vakantiegangers bezocht en telt veel bedrijven die gespecialiseerd zijn in zeevoedsel. Ook komen er veel trekvogels. Bij het strand van Shinduri cirkelden maandag eenden boven zee die noch naar vis konden duiken, noch een plekje konden vinden om neer te strijken.
Een vogeldeskundige van de Zuid-Koreaanse milieudienst zei te verwachten dat de schadelijke gevolgen zo'n tien jaar te merken zullen zijn. Een collega wees erop dat het westelijke kustgebied grote moerasgebieden en Azië's belangrijkste rustplaats voor trekvogels omvat.
De olielekkage is al tot ramp verklaard, wat het de regionale overheden gemakkelijker maakt mensen en middelen te mobiliseren. De autoriteiten zeiden maandag te overwegen de kust tot "speciaal rampgebied" uit te roepen, wat directe hulp aan getroffen bedrijven als viskwekerijen, visrestaurants, hotels en andere toeristenaccommodaties mogelijk maakt.
Een brandweerman die op het strand van Mallipo in met olie besmeurde laarzen en oranje overall stond te zwoegen, zag weinig resultaat van zijn werk. "De olie en met olie besmeurde rommel blijft zich ophopen", verzuchtte hij.
(Bron)