Pagina's

woensdag, december 19, 2007

Europese overeenstemming over visquota

DEN HAAG - De Europese ministers van Landbouw en Visserij hebben in de nacht van dinsdag op woensdag overeenstemming bereikt over de visquota. Voor Nederland betekent het akkoord dat er minder haring mag worden gevangen in de Noordzee.
Het maximum aan Noordzeeharing voor 2008 is gesteld op 201.227 ton, 41 procent minder dan in 2007. De vangsthoeveelheden van horsmakreel daarentegen zijn verhoogd naar 170.000 ton.
Dat maakte het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit woensdag bekend. Zoals eerder afgesproken mogen Europese vissers in 2008 minder tong (-15 procent) en minder schol (-2 procent) vangen op de Noordzee. Voor de Nederlandse visserijsector zijn tong en schol de belangrijkste vissoorten. 75 Procent van de totale vangsthoeveelheid van tong in de Europese Unie gaat naar de Nederlandse platvissector. Voor schol is dat 37 procent.
Voor andere platvissoorten, zoals tarbot en griet, schar en bot, tongschar en witje zijn de quota bevroren op het niveau 2007. Deze soorten zijn bijvangst van de tong- en scholvisserij.
Minister Gerda Verburg van LNV is over het algemeen tevreden over het bereikte resultaat. "Ik heb ingezet op verduurzaming van de visserijsector en zorgvuldig beheer van de visbestanden. Dat is gelukt. Met deze vangsthoeveelheden worden de visbestanden voldoende beschermd of krijgen de kans te herstellen", aldus de bewindsvrouw.
Verburg is minder te spreken over de vermindering met 10 procent van het aantal zeedagen (aantal dagen dat platviskotters mogen uitvaren). Zij vindt dat vissers wel de gelegenheid moeten hebben om de quota op te vissen. Het aantal zeedagen kan in 2008 wel tussentijds worden verhoogd als blijkt dat vissers het quotum niet kunnen halen.
(Bron)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten