'Paprika en komkommer onnodig duur'

AMSTERDAM - De prijzen die supermarkten rekenen voor paprika, aubergine en komkommers zijn onnodig hoog. Volgens de telerscollectieven compenseren de supers hiermee de lagere marges die verdiend worden op de verkopen van generieke producten als droge kruiden en cola.
"In Duitsland betalen consumenten veel minder voor hun groente, terwijl die uit Nederlandse kassen komt", aldus voorzitter Thijs Jasperse van de telerscollectieven voor paprika's, aubergines en komkommers vrijdag.
De marges van veel supers op groenten zouden volgens hem in de afgelopen vijf jaar met ruim een derde zijn gestegen. "In tijden van overvloed, waarin de telersprijzen laag zijn, bewegen zij niet mee door hun verkoopprijzen te verlagen." De zogeheten discounters vormen volgens Jasperse een uitzondering. "Daar zijn de prijzen veel lager."
Inmiddels heeft 15 procent van de telers financiële moeilijkheden "terwijl de roep om gezond eten er is, ook vanuit de politiek. Het afzetkanaal, de supers, denkt alleen maar aan zichzelf."
Het Centaal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) ontkent dat de supermarktbranche excessieve winsten haalt op de groenten. "De marges zijn dun, tussen de 3 en 6 procent. Er blijft veel bij tussenschakels hangen, zoals The Greenery", aldus adjunct-directeur René Roorda.
The Greenery is verbaasd over de aantijging van het CBL. "We zijn een non-profit organisatie", aldus een woordvoerder. De handelaar in groente, fruit en paddenstoelen liet zich verder niet uit over de marges.
Dick Oosterhoek, directeur tuinbouw van de Rabobank, valt de telers bij. "De tussenschakels opereren allemaal rond de nulmarge. Het grootste deel blijft kleven in de laatste schakel."
Volgens Oosterhoek speelt ook mee dat er te veel telers zijn, waardoor de schaalgrootte ontbreekt om hogere prijzen af te dwingen. Hij pleit voor een verdere concentratie in de sector, iets waar de Nederlandse Mededingingsautoriteit in het verleden een stokje voor stak.
De Rabo-directeur blijft hoopvol. "We hebben nu fusies gezien in de bloemen- en in de zuivelsector. Misschien is er voor de teelt nu ook iets mogelijk, waardoor zij meer kunnen overhouden aan de productie."
(Bron)