Pagina's

maandag, juli 20, 2009

Ruim helft gezinnen vindt vakantie een nachtmerrie

AMSTERDAM – Wandelen door de bergen, cultuur snuiven in historische steden of dagenlang luieren op het strand: hoe de vakantie ook ingevuld wordt, het blijft de tijd bij uitstek om bij te komen en te genieten. Althans, dat is het imago dat aan ‘vakantie vieren’ kleeft.
In werkelijkheid worden deze vrije weken door zes op de tien gezinnen helemaal niet als prettig ervaren maar eerder als ‘kleine nachtmerrie’. Dat blijkt uit onderzoek van de reissite Tripadvisor, waarover de Telegraaf vrijdag bericht.
Voor dag en dauw opstaan om maar een plek aan het strand of zwembad te bemachtigen, is voor 84 procent de grootste domper. En ligt men eenmaal, dan zijn er nog altijd kettingrokende badgebruikers die roet in het eten gooien (vindt 82 procent).
Luidruchtige toeristen hoeven bij 69 procent van de ondervraagden evenmin op een warm onthaal te rekenen.
Vrouwen blijken nog een extra potje irritaties te hebben, bestaande uit mannen in te kleine zwembroeken en jengelende kinderen. Ook raken vooral zij van slag door verkeerd rijden en de financiën rondom de vakantie.
Daarnaast zou extra stress veroorzaakt worden doordat mensen relatief lang in elkaars aanwezigheid verkeren en ze het gevoel hebben ‘alles uit hun vakantie te moeten halen’.
Aan het onderzoek deden 3500 gezinnen mee.
(Bron)

Vroeger was het altijd stressen tot we er waren, en omdat we meestal naar Zeeland of de Wadden gingen, waren we er snel.
De meest nerveuze vakantie was die in Engeland: bloedjeheet en een zus die alsmaar verder, dóór wilde, want de gymleraar waar ze zo verliefd op was, was ergens in Cornwall dus daar moesten we ook heen (gebeurde niet, en de verliefdheid ging later ook over).
De engste terugreis was die uit Zuid-Frankrijk: wij hadden drie weken mooi weer gehad, een welkome verlossing na al die regen regen regen hier. Alleen: in half Europa had het doorgehoosd. Waardoor de Maas overstroomd was, en geloof me: over zo'n weg rijden aan de voet van een steile rotswand, terwijl naast je een kolkende rivier korte metten maakt met aanlegsteigers en boten, is niet fijn. Vooral niet als je vader zich gaat afvragen waar de ontsteking van de auto zit: toch niet... onderin? Een paar auto's achter ons werd de weg afgesloten.
Maar het doorsneescenario was toch: een beetje gemor in de auto onderweg (dat werd elk jaar minder, als je de weg slapend kunt rijden scheelt dat toch), dreigende vlam in de pan tijdens het opzetten van de tent en later het uitklappen van de caravan, en verder een relaxte vakantie.
Zeeland begon overigens niet goed, die eerste keer. Mijn moeder ging over het kiezen van bestemming en camping, en dat ging altijd goed. Maar ja, Zeeland was dichtbij, dus hup, we gingen eens kijken waar we die zomer zouden zitten - in januari meen ik. En geloof me, een regenachtige januaridag in Renesse in de jaren zeventig gaf bepaald geen vakantiegevoel. Het werd steeds stiller in de auto. En stiller. En stiller - we durfden geen van drie te zeggen dat het wel erg tegenviel. Pas halverwege Brabant zei mijn moeder: 'Nou, we zien wel'.
We gingen niet erg blij op vakantie dat jaar, maar in de zomer was het daar heel anders (toen nog niet vergeven van de dronken jeugd, overigens). Wat verklaarde dat we jaren achtereen naar Renesse zijn gegaan ;-)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten