Helft Nederlanders kent eigen bloedgroep niet

AMSTERDAM - Nederlanders weten niet veel over hun eigen bloed of over de bloedvoorziening in Nederland. Bijna de helft van de Nederlanders (47 procent) kent bijvoorbeeld zijn of haar bloedgroep niet.
Eerder dit jaar deed Sanquin, de Nederlandse bloedvoorzieningsorganisatie, een onderzoek onder bijna 1200 Nederlanders. De uitkomsten waren opmerkelijk.
Bijna iedereen begrijpt dat bloeddonors essentieel zijn voor de gezondheidszorg en 45 procent van de ondervraagden gaf aan bloed te willen doneren. In de praktijk is slechts 2,5 procent van de Nederlanders bloeddonor.
Maar liefst 26 procent van de respondenten zegt geen bloed te geven uit angst voor bloed, naalden en flauwvallen. Ruim 10 procent geeft aan geen tijd te hebben. De meeste ondervraagden blijken wel te weten dat het geven van bloed slechts een half uurtje tijd vergt.
Iedereen die meer wil weten over bloed, bloedgroepen en de bloedvoorziening kan terecht bij verschillende locaties van Sanquin. De open dagen van Sanquin zijn in Groningen (22 oktober), Amsterdam (24 oktober), Eindhoven (24 oktober) en Delft (31 oktober). Het programma is hier te vinden.
(Bron)

Ik was bloeddonor tot de Bloedbank besloot dat ze geen epileptici wilden hebben. Ik snap best dat je niet wilt dat iemand met zo'n naald in z'n arm gaat liggen stuipen, maar ja, zolang ik niet in slaap val is die kans erg klein.
Ik werd hooguit eens per jaar opgeroepen omdat ik een bijzondere bloedgroep heb, B negatief (8% van de Nederlanders heeft B, en in totaal 15% van de Nederlanders is negatief). Dus dat bloed wordt minder vaak gedoneerd, maar is ook minder vaak nodig.