Van der Laan beledigd door corporaties

DEN HAAG - Minister Eberhard van der Laan (Wonen) vindt het 'ongehoord' dat vier woningcorporaties juist op dit moment het vertrouwen in hem opzeggen en de brui geven aan het verbeteren van de krachtwijken in Eindhoven.
Hij is het overleg met Brussel over de projectsteun op dit moment aan het afronden en denkt volgende week knopen door te hakken, zei hij donderdag.
De bewindsman lijkt behoorlijk in zijn wiek geschoten over de hele gang van zaken. De woningcorporaties stellen volgens hem overigens niet het aandachtswijkenbeleid ter discussie, maar de projectsteunregeling.
Op dat terrein zijn ze zelf in gebreke gebleven, valt op te maken uit de woorden van de minister.
De corporaties zouden aanvankelijk allemaal bijdragen aan de pot waaruit de corporaties met huizen in krachtwijken zouden kunnen putten, maar daar kwam onvoldoende van terecht.
''De sector heeft die regeling destijds niet zelf kunnen uitwerken, vanwege ontbrekende solidariteit tussen de corporaties.'' Een argument was dat de Europese Commisie de steun nog niet heeft goedgekeurd.
Van der Laan legt uit: ''Dan is het logisch dat de huidige minister niet alleen met Brussel tot een oplossing probeert te komen, maar ook de sector voor een tweede keer heeft opgeroepen om met een breed gesteunde oplossing te komen."
"Twee weken geleden heb ik moeten constateren dat de sector niet tot een gezamenlijke regeling kan komen.''
''Ik ben het overleg met Brussel over de projectsteun nu aan het afronden en verwacht volgende week knopen door te hakken.
Dan vind ik het ongehoord dat corporaties nu zeggen dat zij in de toekomst niet meer meedoen aan de uitvoering van de charters. Zeker gezien het feit hoe goed de wijkenaanpak loopt.''
De Tweede Kamer gaat snel praten met minister Eberhard van der Laan over de kwestie met de Eindhovense krachtwijken.
Het spoedoverleg werd aangevraagd door Staf Depla van de PvdA, maar donderdagmiddag bleek dat bijna de hele Tweede Kamer behoefte heeft aan een gesprek met de minister.
Depla vindt dat de bewoners van de krachtwijken de zekerheid moeten krijgen dat de werkzaamheden doorgaan. ''Daar hebben ze recht op en niets is zo dodelijk als stoppen met iets dat nou juist de goede kant opgaat.''
Van der Laan moet daadkracht tonen en als het onderling tussen de corporaties niet lukt, moet de rijksoverheid zijn verantwoordelijkheid nemen.
(Bron)