Wachten is op snoeischaar in teenknipaffaire

AMSTERDAM - Het onderzoek in de afpersingszaak waarbij Palm Invest-hoofdrolspeler Danny K. afgelopen zomer een teen werd afgeknipt, is nog niet afgerond.
Het is onder meer wachten op de overdracht van voorwerpen uit de Antwerpse woning waar het misdrijf plaatsvond, zoals een snoeischaar die mogelijk werd gebruikt.
Dat zei officier van justitie Michiel van IJzendoorn vrijdag tijdens een pro-formazitting bij de rechtbank in Amsterdam.
De verdachten gebruikten volgens het Openbaar Ministerie (OM) een snoeischaar om de kleine teen van K. af te knippen en een strijkbout om de wond te dichten.
Op beide instrumenten bevinden zich mogelijk sporen die als bewijs kunnen worden gebruikt, zoals bloedsporen. Het Nederlands Forensisch Instituut kan die pas onderzoeken als de spullen aan Nederland zijn overgedragen.
In de geruchtmakende afpersingszaak werden in juli Palm Invest-verdachten Danny K. en Bart D. slachtoffer van criminelen die de twee zwaar mishandelden om een groot geldbedrag los te krijgen.
De afpersers gaven zich uit voor Joodse zakenlieden die wilden investeren. Toen K. en D. aankwamen op de afgesproken plek in Antwerpen, troffen zij een aantal gewapende, vermomde mannen, die geld van hen eisten.
Ongeveer twaalf uur lang werden ze bedreigd en mishandeld. Daarna werden ze vrijgelaten op voorwaarde dat ze de volgende dag met geld over de brug zouden komen.
Bij de transactie met de afpersers in een hotelkamer in Houten werden twee verdachten, Niels B. en Jeroen E., aangehouden.
Van IJzendoorn zei vrijdag dat inmiddels een derde verdachte in de zaak is opgepakt en dat er mogelijk nog meer in beeld komen.
De advocaten van B. en E. verzochten de rechter vrijdag de voorlopige hechtenis van deze twee op te heffen. Zij zouden slechts een ondergeschikte rol hebben gespeeld.
B. zou slechts als chauffeur hebben opgetreden. En volgens advocaat Pim Scholte is zijn cliënt Jeroen E. onder druk van schuldeisers - E. stelde gokschulden van een paar ton te hebben - bij de zaak betrokken geraakt.
De advocaten van B. en E. verzochten de rechter vrijdag de voorlopige hechtenis van deze twee op te heffen. Zij zouden slechts een ondergeschikte rol hebben gespeeld.
De aanklager vindt dat niets het verhaal van E. verifieerbaar maakt. E. was tot zijn aanhouding vermomd als Joodse man, voorzien van keppeltje en baard. Bovendien had E. geen afstand genomen van wat zich in Antwerpen heeft afgespeeld.
De rechter heeft de voorlopige hechtenis van B. en E. voor maximaal negentig dagen verlengd. Omdat meer tijd nodig is voor het onderzoek, verwees zij de zaak terug naar de rechter-commissaris.
(Bron)