'Peuter met weinig angst wordt vaker crimineel'

AMSTERDAM – Kinderen die op 3-jarige leeftijd geen normale angstreacties vertonen, belanden op latere leeftijd vaker in de criminaliteit. Dat beweren Amerikaanse onderzoekers in een studie waarmee ruim twintig jaar geleden werd begonnen.
Wetenschappers van de Universiteit van Pennsylvania testten twintig jaar geleden de angstreflexen van 1800 kinderen op het Afrikaanse eiland Mauritius door ze aan het schrikken te maken met enkele plotselinge geluiden.
Als er zweet ontstond tussen de vingers van de jonge proefpersonen, beschouwden de onderzoekers dat als een angstreactie.
Wanneer er geen zweetvorming optrad, werd de peuter aangemerkt als een kind met verstoorde angstreflexen.
Inmiddels is uit een studie van de wetenschappers gebleken dat de kinderen die twintig jaar geleden niet of nauwelijks reageerden op de schrikgeluiden, later in hun leven gemiddeld vaker met criminaliteit in aanraking kwamen.
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift American Journal of Psychiatry.
Volgens de onderzoekers tonen hun bevindingen aan dat kinderen met beperkte angstreflexen op latere leeftijd gemakkelijker de wet overtreden, al hebben opvoeding en omgeving ook veel invloed.
“Er is natuurlijk geen 100 procent overeenkomst tussen de proefpersonen met beperkte angstreflexen en de personen die op latere leeftijd een misdaad begingen”, verklaart hoofdonderzoeker Yu Gao in het Amerikaanse tijdschrift U.S. News & World Report.
“Niet alle mensen met een angstdefect worden crimineel en niet alle criminelen hebben een angstdefect.”
(Bron)