'Allochtone jeugd beter in eigen cultuur'

LEIDEN - Allochtone jongeren die vasthouden aan de ethische normen en waarden van hun eigen volk, vertonen minder gedragsproblemen en voelen zich beter. Dat beweert orthopedagoog Mitch van Geel, die woensdag promoveert op een onderzoek naar allochtone jongeren.
Het idee dat deze migrantenjongeren het beste helemaal kunnen opgaan in de Nederlandse cultuur en maatschappij is dan ook een misvatting, concludeert Van Geel, die woensdag promoveert aan de Universiteit Leiden op een onderzoek naar het welbevinden van deze jongeren.
''Niet iedere verandering en aanpassing aan de Nederlandse cultuur is per se een verbetering'', aldus van Geel. Hij onderzocht het welzijn van niet-westerse migrantenjongeren van 12 tot 17 jaar op het vmbo.
Deze groep scholieren staat niet al te gunstig bekend, aldus de universiteit. ''Opvallend is dat de generatie voor hen, de jongeren die het vertrek naar Nederland hebben meegemaakt, een veel beter gevoel van eigenwaarde had."
"Deze jongeren hadden ook niet meer of minder gedragsproblemen dan hun Nederlandse klasgenoten. Dat voordeel van de eerste generatie migrantenjongeren is langzaam kwijtgeraakt.''
De orthopedagoog meent dat een sterke hechting in de eigen etnische gemeenschap een allochtone jongere steun geeft. ''Ze hechten enorm aan familieverplichtingen en willen dus voorkomen dat de familie zich voor hen schaamt. Daarom zullen ze zich beter gedragen."
"Het is veel belangrijker dat deze jongeren een sterke band met hun etnische gemeenschap hebben dan dat ze bijvoorbeeld Sinterklaas vieren. Ze moeten juist gesteund worden in het behouden van hun eigen cultuur.''
Van Geel vindt trouwens wel dat allochtone jongeren Nederlands moeten leren spreken, naar school moeten gaan en moeten leren samenleven met andere culturen.
(Bron)

Oftewel: integratie, geen assimilatie.