Insectenmonitor Wageningen wegbezuinigd

WAGENINGEN - Kennisinstituut Alterra Wageningen UR stopt per direct met het monitoren van alle insectensoorten in Nederland. Dat heeft entomoloog Leen Moraal van Alterra dinsdag laten weten.
Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft Alterra laten weten de subsidie van 65.000 euro per jaar stop te zetten.
Sinds 1946 houdt het instituut bij welke insecten in Nederland te vinden zijn. ''We hebben een grote hoeveelheid onvervangbare kennis opgebouwd'', stelt Moraal. ''Het is doodzonde dat we daar niet mee door kunnen gaan.''
De Wageningen Universiteit blijft wel een aantal 'urgente soorten', zoals de beruchte eikenprocessierups, monitoren. ''Maar we kunnen niet meer continu actief de vinger aan de pols houden over nieuwe insectensoorten of -plagen die zich in Nederland voordoen.''
De eerste eipakketjes van de eikenprocessierups zijn het afgelopen weekend uitgekomen. Dit is zes dagen eerder dan verwacht, zo meldde bioloog Arnold van Vliet van de Wageningen Universiteit.
Dit betekent dat de overlast door de brandharen van de rups nu begint op 10 mei, vermoedt Van Vliet. De eitjes zijn vermoedelijk eerder uitgekomen door de hoge temperaturen. In Drenthe zijn de eipakketjes nog dicht. Daar zullen de problemen met de rups zich dus ook pas later voordoen.
De Wageningen Universiteit doet dit jaar voor het eerst met een module een voorspelling over de dag waarop het beruchte insect overlast kan gaan veroorzaken.
Leden van het Kenniscentrum Eikenprocessierups houden sinds 25 maart op verschillende plaatsen in Nederland de ontwikkeling van de rupsen nauwlettend in de gaten. Hier hoort onder meer het monitoren van de eikpakketjes bij. Op basis daarvan kan worden voorspeld wanneer de rupsen overlast kunnen gaan veroorzaken.
De rups laat duizenden brandhaartjes los van zijn lijf. Die haartjes kunnen ernstige oogklachten, benauwdheid en jeuk veroorzaken bij mens en dier. Ondanks tal van experimenten is tot nu toe geen afdoende bestrijdingsmethode voor de rups gevonden. De eikenprocessierups dook door nog onbekende oorzaak in 1991 ineens weer in Nederland op. In 1900 verdween het dier uit het land, eveneens door een onbekende oorzaak.
Hoe het staat met andere insecten die mogelijk in de zomermaanden overlast veroorzaken, zoals de bastaardsatijnrups die vorig jaar in de Nederlandse duingebieden voor problemen zorgde, is niet duidelijk.
Kennisinstituut Anterra is onlangs gestopt met het monitoren van de insecten in Nederland als gevolg van een bezuiniging van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
(Bron)