Koot en Bie openen eigen tentoonstelling

HILVERSUM - Onder grote belangstelling van de media is donderdag een tentoonstelling over het werk van Koot en Bie in het Instituut voor Beeld en Geluid geopend.
De twee tv-makers deden dat door bij het instituut de vlag te hijsen voor het nieuw te openen 'Simplistisch Continentum'.
De eerste tijdelijke tentoonstelling 'Van Kooten en De Bie: En wel hierom!' behelst weliswaar een klein onderdeel van al het werk dat het duo maakte, maar zet wederom de toon voor het maatschappelijk debat over allerhande onderwerpen. Ook nu weer. In de openingsceremonie toonden zij zich weer de meester van de satire.
"We hebben diametraal gefaald", kondigde Kees van Kooten aan. "De doelstelling van het Simplistisch Verbond was onder andere om de grootste lulkoek aan te pakken, maar de kutsmoes is er bij gekomen", oreerde Wim de Bie.
"We zitten nog steeds in een duurzaamloze samenleving. De redactie van het Simplisties Verbond was twee man sterk. Een beetje talkshow heeft minstens twintig mensen in dienst", aldus Van Kooten.
Om die reden komt er een bezinningscentrum, onder architectuur van Rem Koolhaas - ongetwijfeld door het duo geschreven als Ren Koolhaaz - , om content te blijven in deze samenleving.
Van Kooten en De Bie worden nog dagelijks met zaken geconfronteerd waar ze de mooiste sketches in zien, maar die tijd is voorbij. Daarom doen ze dat alleen nog maar als ze eens in de zoveel tijd worden geëerd of bij andere gelegenheden.
De tentoonstelling is samengesteld door de producer en studioregisseur van weleer, Maud Keus. Zij laat het publiek vooral een kijkje nemen in de keuken van de tv-makers en dat is nog nooit vertoond.
Een handje gebitten, een rijtje pruiken, een wirwar aan stropdassen en natuurlijk heel veel brillen; allemaal van de typetjes die bepalend waren voor het succes van Van Kooten en De Bie.
Keus koos voor veel werk dat verder nooit op dvd is verschenen of op een andere manier is herhaald. Naast de filmpjes zijn het verder vooral veel kledingstukken en attributen, maar ook aantekenboeken en de uitgeschreven scènes. Daarmee is direct duidelijk dat vrijwel niets werd geïmproviseerd.
(Bron)