Zaaien, snoeien, ruimen, zaaien, snoeien, ruimen... En al snel was het te warm om nog echt iets te doen. Waarna het zelfs te heet werd om nog buiten te blijven zitten, nu die coniferen weg zijn. Als we echt een warme zomer krijgen, dan moet ik aan de andere kant van de tuin gaan zitten, waar schaduw is.
Op de voedersilo werd druk gekibbeld: een koolmees, een mus, een pimpelmees en een groenling wilden stuk voor stuk steeds dáár zitten waar al een ander zat.
Na een tijdje ging het goed: de koolmezen aten tot ze iets groots hadden, wat dan werd meegenomen naar een boomtak verderop en soms met veel gehamer (ongepelde zonnebloempitten) en soms met weinig moeite (pinda's) werd opgegeten. In die tijd aten de mussen, vinken en groenlingen aan de silo, hoewel de vinken duidelijk steeds vaker op de grond scharrelen.
De conifeer achterin wordt nu steeds bevlogen door merels, houtduiven en vinken met takjes en frummeltjes in hun snavels, en de Turkse tortels klauteren acrobatisch door de wilg, duidelijk ook zoekende.
Die wilg loopt uit, de rambler ook, de wijnbessen staan in blad, mijn krent loopt wat achter bij de krent verderop omdat ie half verstopt staat achter de vogelconifeer, maar het speenkruid doet het geweldig :-)
Hoe dan ook, ben al een tijdje aan het zaaien. Oude zaden die ik nog had, nieuwe zaden van een lieve vriendin, en we zullen zien wat het wordt.
Aan het eind van de dag had ik voor mijn doen veel gedaan, maar ja, eten uit de tuin zat er nog niet in. Hoewel...
Er stond al wel iets riant in blad. Het hele eten werd een beetje improviseren: ik had veel zin in patat, dat lag nog in de vriezer maar mijn friteuse bleek overleden. Net doen of ik gek ben, hup de oven in. Vissticks erbij bakken, en de tuin in voor een paar handen Taraxacum officinale. Dat kent u wel: paardenbloem. Alleen oogsten op plekken waar geen honden langskomen (en geen druk verkeer is), even goed wassen, liefst alleen jong, mals blad eten. Wil je genieten van de echte ouderwetse molsla, bedek dan een paardenbloem met grond, zodat het blad bleekt (zoals bij witlof gebeurt).
Paardenbloemblad is net zo knapperig als sla, heeft een licht bittertje (sterker naarmate het blad ouder wordt), doet wat denken aan rucola. Goed als bijmenging bij 'gewone' sla, maar ook solo prima eetbaar.