Misschien
klinkt het raar, in elk geval reageren mensen er soms raar op. Ik woon
in een wijk grenzend aan een spoorweg. Dat heeft z'n voordelen, hoewel
het altijd sneller is om de bus naar Centraal te nemen dan om op het
wijkstation de trein te nemen, maar er zit voor mij nog een heel
specifiek voordeel aan.
Met dit weer staat het raam open, en dan hoor ik de treinen langskomen, vooral in de avond en nacht, als het verder stil is.
Thuis hadden we een auto, en ik zat niet zo vaak in de trein - een paar
keer per jaar, als mijn moeder en ik naar de grote stad gingen om
bijvoorbeeld schoenen te kopen. De trein was iets spannends en iets
magisch, je kon zomaar instappen en eigenlijk overal heen. De vader van
een buurmeisje werkte 'bij het spoor', en zij gingen elk jaar met de
trein op vakantie, naar Italië bijvoorbeeld. Dat klonk voor mij als heel
ver weg en als een compleet avontuur.
Er was een korte periode dat
ik reizen per trein eng vond: rondom de Molukse kapingen, want omdat er
in ons stadje veel Molukkers woonden, stapte er ook altijd wel een
Molukker in, destijds standaard met een indrukwekkend afrokapsel. Als
bang kind keek ik dan altijd goed naar wat ze bij zich hadden. Het
nieuws rond de treinen en de school had veel indruk gemaakt, en in die
tijd was de Molukse wijk naast ons zo ongeveer afgegrendeld door
soldaten. Maar die onrust en de angst verdween langzaam en de trein werd
weer iets magisch.
Als ik dus een trein hoor langskomen, droom ik
weg: waar zou ie heen gaan? Is het een goederentrein, die je de hele
nacht hoort doorrijden, vol met van alles en nog wat? (Toen ik zelf bij
ProRail werkte, heb ik me eens verdiept in de coderingen op die treinen
zodat ik al snel wist wat er vervoerd werd als ik die plaatjes op de
wagons kon zien.) Of is het een internationale trein, vol mensen
onderweg naar zaken, vakantie, familie, vrienden? Waarbij ik terugdenk
aan m'n eigen Interrailreis in '92, toen ik in Utrecht opstapte en
letterlijk overal heen kon, net zoals m'n pet stond. Ik treinde door
Duitsland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, heel even door Finland, ik
zakte af naar toen nog Tsjechoslowakije, Oostenrijk en strandde in
Venetië toen ik struikelde. Anders had ik nog een stuk Italië gedaan of
misschien wel Griekenland, ik kon nog een week reizen. Zomaar op de
bonnefooi rondreizen per trein, gemengd met veel veerboten: ik was
gelukkig. En iets daarvan komt altijd terug als ik nu in die zoele
nachten een trein hoor rijden.