Men neme twee Oetker Sachertortepakjes. Gooi de ingrediënten in een schaal: poeder uit het zakje, zachte boter, 4 (!) eieren en een scheutje water. Start de mixer. Zet die onmiddellijk weer uit en ga nadenken: zou het echt de bedoeling zijn dat alle taartpoeder de kom uitwaait? Mixer weer aan, en in de boter duwen. Voorzichtig, half afgewend hoofd anders moet je morgen weer bellen dat je niet komt omdat je een Sachertortepoederontsteking in je longen, neus en ogen hebt.
Mix mix. "Giet" de mix in de beboterde vorm aldus het pak - schraap de massieve pasta in de kom en maak je zorgen of het wel zo stevig hoort. 40 minuten in de oven. Af laten koelen. Rand eraf, taart overbrengen op het platste bord dat je hebt. Herhaal met het tweede pak.
Twee taarten op tafel en overal poeder. Huis ruikt heerlijk. Taarten moeten doorgesneden en besmeerd met jam. Doorsnijden is geen probleem, daarvoor heb je speciaal het grote broodmes van je vriendje geleend. Na het doorsnijden zou je een tweedelige taart moeten hebben. Jij hebt een vierdelige taart. Onderste twee helften in elkaar passen en jezelf wijsmaken dat de jam het wel bij elkaar houdt. Bovenste twee helften erop priegelen. Intussen vaststellen dat het een kruimelige taart is. En dat je onder de jam zit.
Bijgeleverde chocoglazuur ligt in een bak heet water om zacht te worden. Eerst de bovenkant van de taart bejammen. Glazuurzakje openknippen. Glazuur moet uitgestreken worden met de botte kant van een mes (jouw messen hebben alleen maar botte kanten). Je strijkt het dus uit met een lepel. De glazuur wordt iets sneller hard dan je verwacht had. Na vijf minuten zit je met een lepel boven een kaarsvlam chocoklonten vloeibaar te maken. Je smeert de boel uit, probeert de klonten met een hete lepel plat te drukken, en stelt vast dat de glazuur dof is geworden. Uiteindelijk lukt het om het een beetje uit te smeren met een lepel die steeds in kokend water wordt gehouden. Inmiddels zit ook overal chocolade en jam: taart, tafel, stoel, aanrecht, grond, neus, handen.
Taart twee. Voorzichtig doorsnijden. Volsmeren met een andere smaak jam. Deze bodem breekt iets minder, hij kan wel heel goed een aanstaande scheur nadoen. Die je dichtstopt met jam. Bovenkant erop. Glazuur heetmaken. Zakje leeggieten op de taart. Beseffen dat er eigenlijk nog een heel dun laagje jam onder had gemoeten. En dat je nu een prachtige glanzende laag glazuur in de vorm van een plasje hebt die de laag op de andere taart in een nogal iel daglicht stelt. Dat in het centrum van de taart waarschijnlijk ietsepietsie meer glazuur zit dan daaromheen (aan de randen zit niets, want het stolde weer sneller dan je kon gaan hoelahoepen met de taart om het te laten uitvloeien). Dat dat moeilijk snijden wordt, een taart met een massieve chocobovenkant. Je twijfelt nog even of je niet zelf wat superpure choco zult bijsmelten, om die randen...
Nee. Je hebt tenslotte voor die kant-en-klare taartmixen gekozen omdat het makkelijk zou zijn.
Je besluit het erbij te laten. Je maakt aanrecht, tafel, bestek, vloer, handen en gezicht schoon. Gooit je trui in de was. En vraagt je dan af hoe je dat morgen gaat doen: een taart in de vorm, een taart op een bord, en dat in de trein. Vriendje belt (deed ie ook al onder het glazuren, dus hé, chocolade op de telefoon! En waarschijnlijk inmiddels ook op je oor.), en spreekt de hoopvolle woorden: 'als ze 'm niet willen, eet ik 'm wel op'.
Met wat mazzel heb je morgen zoveel vertraging dat je rond koffietijd binnenkomt met kruimelcake met plakjam en snippers chocola. Je hoopt dat je dan glashard kunt volhouden dat dat zo hoort. Authentiek familierecept.
(Multivlaai is zeker niet open om zeven uur 's ochtends?)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten