Massaslachting in vluchtelingenkamp Burundi

Bij een aanval op een kamp voor gevluchte Congolese Tutsi's in Burundi zijn vrijdagavond tenminste 153 mensen om het leven gekomen. Nog eens 111 mensen raakten gewond. Het kamp ligt vol met de lichamen van mannen, vrouwen en kinderen die met hakmessen of vuurwapens om het leven zijn gebracht. Ook werden enkele huizen in brand gestoken.
De Hutu Strijdkrachten voor Nationale Bevrijding (FNL) heeft de verantwoordelijkheid voor de aanval inmiddels opgeëist. Volgens een woordvoerder werden leden van de FNL beschoten vanuit het kamp, waarop ze in de tegenaanval gingen. Het doelwit van de tegenaanval zou echter een Burundees legerkamp wat vlak bij het vluchtelingenkamp ligt zijn geweest.
Overlevenden van de massaslachting denken echter dat de aanval gepland was. Eerder deze week werd in pamfletten opgeroepen tot het uitmoorden van de Banyamulenge, de stam waartoe het grootste gedeelte van de vluchtelingen in het kamp behoren.
De FNL is de enige groep rebellen die niet deelneemt aan de eenheidsregering, die werd gevormd om de slepende burgeroorlog te beëindigen. De oorlog tussen een machtige Tutsi-minderheid en een Hutu-meerderheid is al tien jaar bezig en heeft tot nu toe minstens 300.000 slachtoffers geëist.
Het aangevallen kamp ligt vlakbij de grens met de Democratische Republiek Congo en huisvest zo'n vierduizend vluchtelingen. Het is eigendom van de vluchtelingenorganisatie van de VN, de UNHCR.
(Bron)

Ze hebben geen olie, dus veel hulp hoeven ze niet te verwachten.