donderdag, februari 06, 2003

Ik ben weer iets helderder, maar het hoofd is nog niet helemaal rustig. Af en toe overvalt me het paniekgevoel dat ook vooraf gaat aan en aanval, en is het dus worstelen om 'bij' te blijven. Het is vergelijkbaar met het 'Hé, dat ken ik'-effect als iemand het over iets heeft wat je van lang geleden herkent. Ver weg, maar toch dichtbij. Als de aanval dan doorzet, bekruipt dat gevoel me letterlijk, waarna m'n maag omhoog lijkt te komen, ik bewusteloos raak en ga stuiptrekken.
Een tijd later word ik dan wakker in een natgeplast bed (blaas wordt gewoon leeggeperst door de stuiptrekkingen, darmen doen gelukkig niet mee), met een kapotgebeten tong en alles rondom m'n hoofd onder het bloed. Zo'n tong bloedt enorm, en dat bloed mengt zich met een speekselvloed, waardoor het er soms uitziet alsof er iemand vermoord is.
De buren schijnen er niets van te merken (als de lucht uit je longen geperst wordt, zit je keel dicht, dus dat schijnt nogal een gil te geven), en de katten reageren ook rustig.

Geen opmerkingen: