vrijdag, november 10, 2006

Samir A. wil weg uit 'dit zieke land'

AMSTERDAM - Terrorismeverdachte Samir A. wil nadat hij uit de gevangenis komt Nederland verlaten. In zijn laatste woord dat hij vrijdag kreeg tijdens het proces dat tegen hem en vijf medeverdachten loopt, zei hij tegen de rechtbank: "Ik ga weg uit dit zieke land."
Samir A. beklaagde zich over de in zijn ogen onmenselijke behandeling in de terroristenafdeling van de gevangenis in Vught.
Ook over zijn vervolging en de hoge strafeis tegen hem, toonde hij zijn afschuw. "Ik heb geleerd van deze zaak dat alleen denkbeelden je hier jaren kunnen scheiden van je familie. Iemand die zegt dat hij het Nederlandse systeem haat, maar zich wel aan de regels houdt, krijgt vijftien jaar cel."
Het volgens justitie andere kernlid van de groep van Samir A., Mohamed C., nam in zijn laatste woord nadrukkelijk afstand van het doden van mensen door aanslagen. "Ik zal het er nooit mee eens zijn dat iemand aanslagen op onschuldige mensen pleegt, en die dat vervolgens goedpraat met de Koran. De islam leert ons dat niet. Ik respecteer de regels hier."
De rechtbank rondde vrijdag de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen het vermeende terroristische netwerk van Samir A. af. De rechtszaak werd de afgelopen weken uit veiligheidsoverwegingen in de extra beveiligde rechtszaal in Amsterdam-Osdorp gehouden.
Het Openbaar Ministerie (OM) eiste maandag straffen tot vijftien jaar cel tegen de zes terreurverdachten. De hoogste strafeis was voor Samir A. en medeverdachte Mohamed C.
Volgens de aanklagers vormden vijf van de zes verdachten een terroristische organisatie die bezig was met het voorbereiden van aanslagen op politici en het gebouw van de AIVD. De officieren van justitie benadrukten dat het plegen van dit soort misdrijven het voortbestaan van de democratische rechtsstaat in het hart raakt.
Ook zijn allen in de ogen van het OM schuldig aan verboden wapenbezit. Samir A., Nourridin El F. en Mohamed C. hebben daarnaast geprobeerd mensen te werven voor de gewapende strijd.
De 20-jarige A. werd eerder vrijgesproken van het voorbereiden van terreuraanslagen. Justitie heeft er vertrouwen in dat het nu wel lukt om A. en de andere verdachten veroordeeld te krijgen. Het OM beschikt volgens zijn eigen overtuiging over concreet bewijs en voelt zich gesterkt door de nieuwe terrorismewetgeving. Die maakt het bestraffen van terroristische activiteiten eenvoudiger.
De verdediging betoogde dat A. kennelijk koste wat kost voor lange tijd de cel in moet verdwijnen. De publieke opinie heeft hem al veroordeeld, evenals de politiek, die zich geschokt en verontwaardigd toonde toen A. in een eerdere zaak de dans ontsprong.
Mocht de rechtbank besluiten dat A. ook in deze zaak vrijuit gaat, dan zal een storm boven de hoofden van de rechters uitbarsten die niet te overzien zal zijn, waarschuwden de advocaten Britta Böhler, Viktor Koppe en Michiel Pestman.
De raadslieden benadrukten dat hun cliënten desondanks vrijuit horen te gaan. Het onomstotelijke bewijs ontbreekt simpelweg, stellen ze. Cruciaal onderdeel van de bewijsvoering zijn de belastende verklaringen van twee 'kroongetuigen', het echtpaar L.B. en H.S. Volgens Pestman zijn dat leugenaars gebleken.
De rechters vellen 1 december hun oordeel over de verdenkingen tegen de zes terreurverdachten.
(Bron)

Geen opmerkingen: