vrijdag, november 15, 2002

Ik ben een detailmens. Vaak komt dat goed tot uiting als vriendje en ik ergens wandelen: hij zegt dat het een grasland type zus-of-zo is, ik zie dat ene plantje van drie centimeter hoog. Een 'landschap' bekijken kost mij moeite. Ik zie een boom, een heuvel, een bankje, een huis. Maar niet het geheel dat die vier vormen.
Niet zo gek dus dat ik in een bibliotheek terecht kwam. Categorieën, subcategorieën, subsubcategorieën en ga zo maar door. De droom van een bibliothecaris is elk boek z'n eigen, unieke categorie. Omdat dat niet haalbaar is, wordt er een ruimere indeling gehanteerd van meer boeken per categorie, maar eigenlijk...
Nu is dat precies wat me nekt in huis. Als kind al: mijn moeder stofzuigde op maandag mijn kamer. En als ik op maandag uit school kwam, lag alle troep die mijn moeder op de grond en op mijn bureau had gevonden, op mijn bed. Ze dacht natuurlijk: 'Dan moet ze wel opruimen, anders kan ze niet slapen'. Maar ik negeerde de troep hardnekkig ('Ha fijn! Een leeg bureau! Daar kan veel op!'), tot bedtijd. Dan pakte ik de dekens aan één kant vast, trok ze omhoog, en stortte alle troep in de ruimte tussen mijn bed en mijn bureau. Niet uit dwarsheid, niet uit luiheid - maar uit onmacht.
Ik ZIE het niet. Ik zou tevreden zijn met een huis waar zoveel kastplanken zijn (in diverse dieptes), dat alles uitgestald kan worden zonder dat er iets voor of achter hoeft te staan. Maar dat is geen optie, dan moet ik in een heel groot huis gaan wonen en dat ombouwen tot kast.
Als ik weer eens een opruimvlaag heb, ga ik ergens bij een hoop zitten, en begin te sorteren. ongeveer vijf minuten. Zolang duurt het voor ik ben afgeleid, verdiept in die oude brief, het plot van dat boek, dat ene lapje wat ik ooit uit een broek knipte waar ik zeer aan gehecht was maar die ik toch weg wist te gooien.
Ik zie de grote lijnen niet. Ik verlies me in de details. Diverse mensen hebben me aangeboden te helpen, maar dat wil ik niet. Ten eerste zou het me niet echt helpen, ten tweede zou ik ze nooit meer onder ogen durven te komen.
Ik heb nu iets uitgedacht met een rij dozen: in doos 1 de bewaardingen die nog wel even in een doos kunnen blijven, in doos 2 dingen die na het sorteren opgeruimd moeten worden (papieren die al wat ouder zijn maar wel bij de hand moeten blijven, oude giro-afschriften en zo), in doos 3 boeken. En daarnaast een vuilniszak voor wat echt weg kan. Als een doos volloopt: weg ermee - boeken naar de huiskamer, papieren in de slaapkamer, bewaardingen in de gang. Tegen die tijd zijn er weer genoeg dozen vrij om drie nieuwe te maken.
Het klinkt als iets wat ik zelfs zou kùnnen - omdat ik niet zoals eerder alles direct een definitieve plek moet geven - wat nooit lukt omdat die plek er dan gewoon nog niet is.
Ik ga het erop wagen. Nu nog dat andere probleem tackelen: dat ik niet zo goed ben in beginnen, ook al heb ik het in mijn hoofd al zeventien keer uitgedacht. En dat ik voor het beginnen al zo moe ben omdat ik in gedachten al zeventien keer gedaan heb.

Geen opmerkingen: