Ik droomde vannacht van katten. Ik moet tevoren even zeggen dat ik kortgeleden een documentaire zag waarin een stukke leeuw geschoten werd met een verdovingspijltje, om zijn wonden te kunnen behandelen. Dat ik me een beetje schuldig voel dat de katten nog binnen zitten. Dat ik ze nog vlooiendruppels moet geven, en dat zo'n verdovingspijltje me wel handig leek. En dat in dromen alles terugkomt, maar dan wel in een soort psychedelische mix.
De droom dus. Vriendje en ik zaten in een dichte kamer, zonder raam. Veel boeken. Ik wilde proberen te ontsnappen (in mijn dromen komt dat altijd terug, waar ze ook over gaan), vriendje durfde dat niet aan, en daar viel wat voor te zeggen. Het probleem was namelijk dat de katten de macht hadden overgenomen. Ze waren ongeveer zes keer zo groot geworden, en overal op de wereld wisten katten via eten mensen te verdoven - om ze vervolgens op te eten. Je kon ook niet veel tegen ze uitrichten: ze waren groot, ze waren sterk, en je kon bijvoorbeeld op ze gaan staan, maar dan vloeiden ze gewoon onder je voeten vandaan als een soort ectoplasma, om vervolgens weer een kat te worden - een kwaaie kat.
Ik werd panisch wakker. Als er een kat op mijn bed zou hebben gezeten, was ik waarschijnlijk hysterisch geworden. Het duurde een uur voor ik genoeg gekalmeerd was om het licht te durven uitdoen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten