Natuur in groengebied vaak schraal

Veel locaties waar zeldzame planten, vogels en vlinders voorkomen, liggen niet in de ecologische hoofdstructuur (EHS), het netwerk van natuurgebieden. Het zijn juist veel ecologisch arme gebieden die in de EHS liggen. De ecologische hoofdstructuur moet daarom ingrijpend worden gewijzigd.
Tot die conclusie komt onderzoeker Pieter Vereijken van Plant Research International, onderdeel van Wageningen Universiteit en Research in zijn nog niet gepubliceerde rapport Kan het natuurbeleid ruimtelijk-economisch efficiënter? Hij deed zijn onderzoek in opdracht van het Milieu- en Natuur Planbureau (MNP).
Bijzondere planten en dieren verdwijnen uit Nederland doordat ze voorkomen op plaatsen waar natuurbescherming ontbreekt. Vereijken bepleit een uitruil van waardeloze en waardevolle natuur. Projectontwikkelaars mogen daarbij de weinig interessante natuur voor woningbouw gebruiken.
Omdat deze gewilde woonlocaties in het groen winstgevend zijn, moeten zij voor elke hectare elders een veelvoud daarvan aan de overheid teruggegeven. Zo kan voor een hectare verarmd naaldbos op de Veluwe tien hectare grond elders worden geworven voor de ecologische hoofdstructuur.
De Wageningse onderzoeker prefereert ruil in natura boven geld. Als het om een officiële verkooptransactie gaat, moet het gemeentelijk grondbedrijf optreden. Daardoor kan geld aan de strijkstok blijven hangen.
Het Nationaal Groenfonds, dat groenprojecten voor de overheid financiert, verwacht niet dat deze ruilhandel werkt. Een hectare natuur, aldus een woordvoerder, brengt misschien zesduizend euro op, een hectare landbouwgrond dertigduizend euro. Vraag en aanbod komen op deze wijze niet bij elkaar, want een projectontwikkelaar zal niet tien hectare landbouwgrond willen afstaan in ruil voor een hectare natuur, ook al mag hij dan bouwen in een groene omgeving.
Vereijken ontwikkelde een methode waarin de waardevolste locaties als nationaal erfgoed kunnen worden aangewezen. Vooral vrijkomende 'ambachtelijke landbouwgrond' moet de overheid met voorrang verwerven, vindt hij.
(Bron)