'Bewijs voor oude doorgang in Antarctica gevonden'

AMSTERDAM – De geïsoleerde delen van Antarctica waren vroeger waarschijnlijk met elkaar verbonden via een passage. Dat blijkt uit een studie naar mosdiertjes.
Wetenschappers van de British Antarctic Survey hebben ontdekt dat er aan beide kanten van de West-Antarctische ijskap mosdiertjes leven die grote overeenkomsten vertonen.
De vondst suggereert dat er ooit een doorgang bestond in de twee kilometer dikke ijslaag. Mosdiertjes kunnen namelijk niet zwemmen, maar alleen dobberen in het water. Ze moeten dus van de ene naar de andere kant zijn gedreven.
Dat betekent dat de ijskap ooit gedeeltelijk is verdwenen, zo melden de onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Global Change Biology.
“Dit is de eerste keer dat we hard bewijs hebben gevonden voor een ineenstorting van de ijskap”, verklaart hoofdonderzoeker David Barnes op BBC News.
Mosdiertjes worden door wetenschappers vaak gebruikt om eventuele connecties tussen verschillende oceaangebieden te bestuderen. De diertjes leven voornamelijk op rotsen en keien in zee en komen in veel verschillende vormen voor.
De aanwezigheid van de twee vergelijkbare soorten aan beide kanten van de ijskap suggereert volgens de wetenschappers dat de opening relatief recent is ontstaan. Ze vermoeden dat de passage in de West-Antarctische ijskap tot ongeveer 125.000 jaar geleden aanwezig was.
“De opening moet wel recentelijk aanwezig zijn geweest, want anders zouden de signalen van de connectie verloren zijn gegaan. Elke ijstijd zou de diertjes die op de continentale plaat leven, hebben weggevaagd”, aldus Barnes.
De onderzoeksresultaten suggereren dat de West-Antarctische IJskap minder stabiel is dan tot nu toe werd aangenomen. Als de ijslaag in de toekomst opnieuw gedeeltelijk verdwijnt, zou dat volgens de wetenschappers een stijging van het zeeniveau kunnen veroorzaken van drie tot vijf meter.
(Bron)