Vriendje belt om te melden dat hij boodschappen gaat doen, en of we daarna gelijk kunnen eten, want dan kan hij vanavond nog werken. Net gebeld door vriendje, om te vragen wanneer ik wil eten, vroeg of laat?
Ik: Uh... jij wilde toch vroeg eten?
Vriendje: Ja, maar ik heb heel erg honger.
I (in neusbloedstand): Daar helpt eten toch tegen?
V: Ja, maar ik heb hier een broodje.
I: O, dus je belt mij om te vragen of jij een broodje mag eten?
V: Ja, het zijn aanbiedingsbosvruchtenbroodjes, die vind jij toch niet lekker?
I: Waarom bel je dan niet gewoon om te zeggen: ik eet de broodjes op, dus we eten wat later?
V: Uhh...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten