'Basisuitkering voor allen'
AMSTERDAM - De overheid moet nog slechts een basisuitkering garanderen voor alle Nederlanders. Werknemers en zelfstandigen kunnen zich dan individueel of groepsgewijs bijverzekeren. Die omslag is nodig, omdat het vertrouwen van werknemers en werkgevers in de overheid als hoeder van de sociale zekerheid is verdwenen.
Dat schrijven kopstukken uit vakbeweging, werkgeverskring en het openbaar bestuur vandaag in de Volkskrant. Ze hebben een jaar in het geheim over hun voorstel overlegd. Het manifest wordt naar buiten gebracht tijdens de grootste ruzie in decennia tussen vakbeweging, werkgevers en kabinet over VUT, prepensioen en de levensloopregeling.
FNV-bestuurder Ton Heerts en Henk van der Kolk van FNV Bondgenoten hebben het stuk voor de FNV ondertekend. CDA-coryfee Herman Wijffels tekent als voorzitter van de invloedrijke adviesraad SER. Daarnaast hebben onder meer Ronald de Leij van de werkgeversverenigingen AWVN en VNO/NCW, directeur Eric Fischer van het Verbond van Verzekeraars en Felix Rottenberg, als oud-PvdA-voorzitter, het manifest ondertekend.
De groep hekelt de sanering van de sociale zekerheid, zoals achtereenvolgende kabinetten die hebben doorgevoerd. Die sanering wordt uitgevoerd zonder toekomstvisie, omdat de sociale zekerheid slechts als kostenpost wordt gezien. Met hun manifest willen de ondertekenaars de discussie openen over een nieuwe opzet van de sociale wetgeving.
De groep bepleit publieke basisvoorzieningen voor drie 'levensfases'. In de 'vormingsfase' moet het recht op scholing tot bachelor-niveau - tot en met het derde studiejaar - financieel worden gegarandeerd. Wie eerder stopt met leren en gaat werken, krijgt het overblijvende bedrag aan scholingsrechten bijgeschreven op zijn persoonlijke levenslooprekening. Die rekening speelt een rol tijdens het werkzame leven, de 'productieve levensfase'. Er kan verlof mee worden gefinancierd voor studie of zorg voor kinderen of ouders. De rekening kan ook worden gebruikt voor prepensioen of aanvulling bij demotie (een stap terug aan het eind van de carrière).
Wie tijdens het werkzame leven werkloos of arbeidsongeschikt wordt, ontvangt een basisuitkering. Deze uitkering kan met CAO- of bedrijfsregelingen worden aangevuld. Wie langdurig arbeidsongeschikt wordt, moet tot de pensionering een bovenminimale uitkering krijgen.
Na het werkzame leven, moet de regering opnieuw een basisinkomen garanderen, de AOW. Deze minimale uitkering wordt nu in de praktijk meestal al aangevuld met pensioen, dat bij CAO of per bedrijf wordt geregeld. Daarnaast kunnen burgers hun AOW en pensioen aanvullen met individuele regelingen zoals lijfrentes. Dit 'drietrapsmodel' wil de groep laten gelden voor de hele sociale zekerheid.
(Bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten