maandag, oktober 18, 2004

Slechte gezondheid leidt tot sociale uitsluiting

DEN HAAG - Niet een laag inkomen maar een slechte gezondheid vormt het grootste risico voor sociale uitsluiting. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) constateert dat in een maandag gepubliceerde studie. Die is gebaseerd op enquêtes die vorig jaar zijn gehouden bij 860 huishoudens.
Uit het onderzoek komt naar voren dat één op de tien Nederlanders te maken heeft met een vorm van sociale uitsluiting. Zo heeft 10 procent van de volwassenen slechts een beperkt informeel sociaal netwerk. Ook 10 procent heeft voortdurend financiële zorgen.
Bij de belangrijkste risicogroepen zijn die percentages aanzienlijk hoger. Die riscogroepen zijn: alleenstaande ouders, uitkeringsontvangers, mensen die werkloos zijn geweest, niet-westerse allochtonen en mensen die de Nederlandse taal niet goed beheersen. Vrouwen en ouderen vormen als zodanig geen risicogroep.
Van de alleenstaande ouders heeft 36 procent een tekort aan sociale contacten, heeft 37 procent voortdurend zorgen over de financiële situatie en 27 procent minimaal één betalingsachterstand.
Van gezinnen met kinderen onder het minimumniveau (meestal eenoudergezinnen) zegt 48 procent te weinig geld te hebben om regelmatig nieuwe kleren te kopen voor de kinderen. In 36 procent van deze gezinnen is er geen geld om kinderen lid te laten worden van een sportclub of andere vereniging.
In het overheidsbeleid voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting ligt de nadruk vooral op het hebben van betaald werk of een inkomen. Volgens het SCP is er meer aandacht nodig voor de verbetering van de gezondheid, ook op psychisch vlak.
(Bron)

Het zal ongetwijfeld op elkaar inwerken: met een laag inkomen heb je geen geld om eens ergens heen te gaan; met een slechte gezondheid ben je misschien minder goed in staat gebruik te maken van het openbaar vervoer - als je daar al geld voor hebt.
Naar mezelf kijkend: ik kan een vriendin opzoeken als die m'n reis betaalt. Gelukkig hèb ik zulke vriendinnen, die zich dat kunnen en willen veroorloven, en daar ben ik dus heel erg rijk mee. Maar ik kan je ook garanderen dat het moeite kost om dat te accepteren. Een groepje dat een etentje plant en zegt: 'We houden je wel vrij'. Ik ben er reuze blij mee, maar het vreet wel aan me.
Tuurlijk, toen ik geld had en anderen niet, deed ik precies hetzelfde. Dat tientje meer of minder maakte weinig uit. Maar als je eenmaal aan de andere kant staat, is dat gebaar ineens heel anders van lading. Niet omdat mensen het maken, maar omdat het nodig is.

Geen opmerkingen: