dinsdag, juni 21, 2005

Politie verhoogt controle op informatiestromen

DEN HAAG - De Nederlandse politie gaat zich bij de bestrijding van criminaliteit en terreur meer richten op plaatsen waar stromen van mensen, goederen, geld en vooral informatie samenkomen. Dat moet zicht geven op potentiƫle en actuele bedreigingen van de veiligheid.
Dat stelt de Raad van Hoofdcommissarissen in de visienota Politie in Ontwikkeling, die dinsdag is verschenen. Omdat de prestatiedruk steeds verder toeneemt en de verwachtingen onbegrensd lijken, was het volgens de raad tijd om opnieuw aan te geven waar de politie voor staat.
Traditiegetrouw werkt de politie in bepaalde gebieden, zoals de wijk en de stad. Maar mensen, goederen, geld en informatie begeven zich van plaats naar plaats via doorgaande routes in de stad, het land en internationaal over wegen, het water, het spoor, in de lucht, in havens en computernetwerken. Om de "knooppunten van deze infrastructurele netwerken" te kunnen controleren, moet de politie gebruikmaken van bevoegdheden die in de wijk alleen bij uitzondering aanvaardbaar zijn.
De Raad van Hoofdcommissarissen meent verder dat op de politie altijd een beroep moet kunnen worden gedaan, ook als andere instanties het laten afweten. De politie dient zich bezig te houden met handhaving van regels, opsporing en noodhulp. Maar dat betekent ook dat de politie problemen van onveiligheid signaleert en bestuurders en het Openbaar Ministerie actief adviseert wat zij eraan kunnen doen.
Bovendien moet de politie haar aandacht behalve op wijken en het lokale bestuur ook nadrukkelijk op andere gemeenschappen richten, zoals winkeliersverenigingen, bedrijvencentra en maatschappelijke organisaties als scholen, culturele instellingen en de ANWB. "Niet alle contacten met de samenleving verlopen vanzelfsprekend het best via het loket van de wijk- of buurtagent", staat in de nota.
Ook wil de politie een "gezaghebbende positie" hebben ten opzichte van haar omgeving. De organisatie heeft daarbij "professionele ruimte" nodig, waarin de nadruk ligt op verantwoording achteraf en niet op sturing vooraf.
(Bron)

Geen opmerkingen: