donderdag, april 11, 2002

Charlottes verhaal roept herinneringen op...
Mijn vorige huis was een meter of tweehonderd van het huis van vriendje. Dus als ik me weer eens buitengesloten had en er was geen huisgenoot thuis, kon ik bij hem de sleutel halen. Nu ben ik een erg lui type, dus al snel had ik een andere oplossing. Die leidde wel tot een raar image bij de buren, maar dat was ook een studentenhuis, dus ach, wat zou het als je daar af en toe een vork gaat lenen?
Met die vork kon ik binnenkomen. Niks geheimzinnigs aan: ik had de voordeursleutel in m'n brievenbus liggen met een fikse sleutelring eraan (makkelijker op te vissen met die vork), en in de kast in de huiskamer lag mijn kamersleutel. Nooit problemen gegeven.
We hadden een keer een hele jonge student in onderhuur op de kamer van een huisgenoot die op stage was. We hadden hem gewaarschuwd: let op, de deur valt achter je in het slot, zorg dat je altijd je sleutels op zak hebt of ergens in huis een reservesleutel hebt liggen.
En zo gingen we na een week of zo samen op pad naar de DHZ-winkel beneden. We kregen moeiteloos een ladder mee, en midden op de dag klom de student zijn eigen kamer in, blij dat het raam in ieder geval open was. Niemand die een opmerking maakte. Blijkbaar vond iedereen dat het onwaarschijnlijk was dat we kwaad in de zin hadden, misschien omdat het allemaal zo openlijk gebeurde?
Inmiddels ben ik dus verhuisd, naar een huis op de begane grond, met een voordeur en een achterdeur die altijd goed op slot zitten. Met een beveiliging tegen openhengelen op de voordeur. Het is me in die anderhalf jaar één keer overkomen dat ik met tas maar zonder sleutels buitenstond, en in de telefooncel verderop vriendje moest bellen of ie even op de fiets wilde springen. Dus nu zit er een reservesleutel in mijn tas. Want als ik een keer buiten sta terwijl vriendje niet thuis is, kan ik hooguit een raam ingooien, en dat geeft zo'n rommel.

Geen opmerkingen: