donderdag, oktober 03, 2002

(Naar aanleiding van de adoptiepostjes.)
Ik ben dus geadopteerd. Ben bij mijn geboorte direct afgestaan, en na tien dagen opgehaald door mijn ouders (mijn adoptiefouders dus, maar dat zijn voor mij gewoon mijn ouders - zij hebben me opgevoed).
Veel mensen vragen dan: wanneer hoorde je dat je geadopteerd was? Dat kan ik me niet herinneren. Dus ik denk dat ze me dat vroeg hebben verteld, en ook op een manier die ik als pukkie kon bevatten. Ik ken gruwelijke verhalen van mensen die voor hun huwelijk een geboorte-acte nodig hadden, en ging zoeken zoeken in de papieren van hun overleden ouders. En er toen achterkwamen dat ze geadopteerd waren. Het feit van geadopteerd-zijn is voor hun niet anders dan voor mij, maar zij voelen zich met terugwerkende kracht belazerd. En omdat het nooit verteld was, was het blijkbaar iets ergs en schandaligs, dat geadopteerd zijn.
Voor mij maakte het gewoon deel uit van mijn leven - ik had een andere moeder en vader ergens, soit. Ik wist wel dat ik ooit wilde weten waarom, en wie, en hoe ze eruit zagen.
Ik heb lang getwijfeld en gewacht. Want ik kon wel op zoek gaan, zelfs heel makkelijk, maar...
In Nieuw-Zeeland is een wet die zorgt dat geadopteerden en afstandsouders de gegevens van de 'andere partij' kunnen opvragen. Beide partijen kunnen daar ook een veto over uitspreken.
Ik was bang, bang dat er zo'n veto zou zijn, of dat zou blijken dat mijn moeder overleden was, of dat ik misschien een nare geschiedenis op het spoor zou komen. Je zult maar te horen krijgen dat je voortgekomen bent uit een verkrachting, bijvoorbeeld.
Ik was bang dat ik dat niet aan zou kunnen.
Een aantal jaren terug nam ik de stap om info op te vragen. Het bleek dat ik een kopie van mijn geboortebewijs moest opsturen, met een kopie van mijn paspoort, en een bewijs van betaling van de kosten.
Dus: eerst correspondentie heen en weer om die kopie van het geboortebewijs op te vragen. Spannend, want als haar naam daar niet op zou staan...
Hij stond er wel op. En mijn geboortenaam stond er op: Lesley. Het ging over mij, en het was me volkomen vreemd.
Ik heb alle kopietjes weer opgestuurd naar Nieuw-Zeeland, en kreeg een uitdraai van het kiesregister, met daarop aangestreept de persoon die hoogstwaarschijnlijk mijn geboortemoeder zou zijn.
En dan??
Binnen een minuut had ik haar telefoonnummer gevonden. Toen was ze nog maar een paar nummers bij me vandaan.
Complicatie: ze had een Hollandse achternaam (raar maar waar: dezelfde naam die de man van mijn nicht heeft, en die toch echt niet vaak voorkomt. Bovendien kwamen de ouders van haar man uit dezelfde regio als mijn aangetrouwde neef). Dus kon ik wel zomaar een brief sturen? Zou haar man zich niet afvragen waarom _zij_ ineens post uit Holland kreeg?
Ik liet het uitzoeken, en het bleek dat ze nog wel onder die naam in het register stond, maar dat ze inmiddels gescheiden was.
Ik stuurde een brief en lag op de loer voor de postbode. Ik hoorde niets.
Toen ik het wachten niet meer volhield, besloot ik te bellen.
Ik noemde mijn naam en haar stem schoot de hoogte in, waardoor ik wist dat ze mijn brief wel degelijk gehad had. We wisselden wat nietszeggende dingen uit, ze beloofde te schrijven, en wat later kwam haar brief, in februari.
Die gaf antwoord op veel vragen: ze had een relatie met mijn vader gehad, die vlak voor mijn geboorte beëindigd was. Ze zag geen kans me zelf op te voeden, en besloot me af te staan. Ze gaf me de naam en leeftijd van mijn vader, en zijn achtergronden.
Ze schreef ook dat ze vaak aan me dacht, wat me op de een of andere manier een gevoel van bevestiging gaf.
En oh ja, ze had toevallig net met een vriendin een reis door Europa gepland, en zou 1 dag in Nederland zijn, in juni.

We hebben elkaar op de avond van die dag ontmoet. En waar ik me vertwijfeld afvroeg wat ik moest doen (stel je je voor? Geef je een hand?), en wat ik vooral allemaal moest vragen, was het o zo simpel: ze sloeg haar armen om me heen, en dat was dat. Dat voelde zo eigen, zo vertrouwd. Al die vragen deden er niet meer toe. Ik voelde me geaccepteerd en dat was voldoende.

We corresponderen nu, mailen en schrijven. Het is geen hecht contact, ze is geen moeder voor me, maar dat hoeft ook niet. We zijn tevreden zo. Haar foto hangt aan mijn muur, en als ik naar NZ ga, zoek ik haar beslist op. En dan zien we wel weer verder.

Geen opmerkingen: