dinsdag, maart 18, 2003

"Heeft u wat gedronken", vroeg de hoofdagent zaterdag om 08.45 uur aan een automobilist, die op de Parkweg staande was gehouden, zoals dat heet.
De hoofdagent had als chauffeur van de surveillance-auto 2502 eerder gezien dat de voorruit van de betrokken automobilist niet geheel ijsvrij was en maakte daar acuut werk van. "Ik moet u vermanend toespreken", zei de politieman tegen de automobilist die de voorruit inmiddels met de blower en ruitenwisser glashelder had gemaakt. "Voor het wegrijden had u wel moeten krabben". Daar had de agent natuurlijk groot gelijk in. "Heeft u wat gedronken? Ik ruik alcohol", vervolgde de agent. De automobilist ontkende.
"Maar als u de proef op de som wilt nemen wil ik best blazen", bood de automobilist met een gerust hart aan. Dat gebeurde en al snel liet het blaasapparaat de P van Prima zien. "Toch ruik ik alcohol", zei de agent. "Ik denk dat ik weet hoe dat komt", reageerde de automobilist. "Het is iets dat u als hoofdagent met grote ervaring en een scherpe neus ook had kunnen weten. Stelt u er prijs op dat ik het zeg? Het heeft te maken met de antivries waarmee ik zojuist de voorruit heb schoon gemaakt en waar nog enkele druppeltjes zichtbaar zijn. Ik zal u hierover niet vermanend toespreken, ook al zat u even op een verkeerd spoor".
(Bron, via)

Geen opmerkingen: