D66-leider Dittrich Cuba uitgezet

DEN HAAG - D66-leider Dittrich is vrijdagavond in de Cubaanse hoofdstad Havana aangehouden en in de cel gezet. Enkele uren later is hij het land uitgezet. Zijn woordvoerster heeft dat zaterdag laten weten. Dittrich heeft haar via sms'jes vanuit de cel op de hoogte gehouden.
Dittrich was in Cuba om de mensenrechten daar te bestuderen. Het CDA-Kamerlid Ferrier verkeerde in zijn gezelschap. Het Spaanse persbureau EFE meldde dat ook zij is uitgezet.
Dittrich en Ferrier zouden samen met een afgevaardigde van de Spaanse volkspartij Partido Popular bij aankomst op de luchthaven zijn aangehouden omdat ze plannen zouden hebben tijdens hun bezoek aan het land met dissidenten te praten. Volgens de autoriteiten hadden ze daar, op grond van hun toeristenvisa, geen toestemming voor.
De parlementariërs kwamen vrijdagavond rond half acht plaatselijke tijd op Cuba aan met een vlucht van Air France. Twee uur later moesten ze met hetzelfde toestel weer vertrekken. Een diplomatieke bron meldde EFE dat de aangehouden parlementariërs geen toestemming kregen om de hulp van hun ambassade in te schakelen.
Zowel de Nederlandse als de Spaanse ambassade zou onmiddellijk opheldering hebben gevraagd over het incident. Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelt op de hoogte te zijn dat er een probleem was op Cuba, maar zegt de exacte toedracht nog uit te zoeken.
De Spaanse afgevaardigde van de PP, Jorge Moragas, kondigde voorafgaand aan zijn reis, in eigen land aan dat hij naar Cuba ging om de mensenrechten in het land onder de aandacht te brengen. Op zijn agenda stonden onder meer ontmoetingen met oppositieleider Oswaldo Payá en met Blanca Reyes, echtgenote van schrijver en journalist Raúl Rivero, die tot twintig jaar gevangenis is veroordeeld.
"Woedend". Zo reageerde D66-leider Boris Dittrich zaterdag op zijn aanhouding in en uitzetting uit Cuba. "We werden vastgehouden en gefilmd. Niemand zei iets. Uiteindelijk werd gezegd dat we Cuba niet in mochten", aldus de politicus in het Radio 1 Journaal net nadat hij bij Parijs was geland.
Dittrich, CDA-Tweede-Kamerlid Ferrier en een afgevaardigde van de Spaanse volkspartij Partido Popular waren op een toeristenvisum naar Cuba gereisd om daar dissidentenleiders te spreken. Direct na aankomst werden de drie in Havana aangehouden.
Volgens Dittrich werden zij door een militair afgevoerd die niet wilde vertellen waarom dat gebeurde. Vervolgens belandde hij met zijn reisgenoten in een kamer waar ze door vier militairen werden bewaakt. Onder begeleiding mochten ze naar het toilet.
"We werden gefilmd en niemand vertelde ons iets", aldus Dittrich. "Na afloop kregen we te horen dat we Cuba niet in mochten." Volgens Dittrich kreeg de Spaanse politicus te horen dat hij zich beledigend had uitgelaten over Cuba. "Wij kregen niets te horen." De drie werden meteen op een vliegtuig naar Parijs gezet.
"Wat me ook irriteerde was dat we geen contact mochten hebben met een vertegenwoordiger van de Nederlandse ambassade die op het vliegveld was. Hij mocht niet naar ons toe komen", aldus Dittrich. De democraat riep na aankomst in Parijs de Europese Unie op vast te houden aan het strenge beleid jegens Cuba in verband met schending van de mensenrechten.
(Bron)