Stijging zeespiegel vergt kostbare ingrepen

DEN HAAG - Als de zeespiegel met meer dan 1,5 meter gaat stijgen, zijn in Nederland kostbare maatregelen nodig. Het gaat om de aanleg van een tweede duinenrij langs de gehele kust. Ook de afvoer van het rivierwater van de Rijn via de IJssel naar de Waddenzee is dan nodig.
Deze alarmerende conclusies zijn afkomstig van het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP), bevestigde een woordvoerster donderdag na publicatie in NRC Handelsblad.
Het MNP uit tegelijk kritiek op de grote politieke partijen, die het probleem zouden negeren. Er zou meer duidelijkheid moeten zijn over de rol van de overheid in de strijd tegen het water.
Opvallend, stelt het MNP, is dat geen van de verkiezingsprogramma's van de grote partijen een uitspraak doet over de vraag of de overheid de verantwoordelijkheid moet nemen voor de mogelijke gevolgen van de zeespiegelstijging, of kiest voor marktwerking.
Eén meter zeespiegelstijging over honderd jaar is met beperkte technische en ruimtelijke ingrepen bij te houden. Het omslagpunt ligt bij anderhalve meter. Maar ook tot dat niveau liegen de noodzakelijke aanpassingen er niet om.
Niet alleen worden de kosten veel hoger, ook het aanzien van Nederland zal veranderen. "Het rivierenlandschap zal worden gekenmerkt door industrieel aandoende hoge dijken die moeilijker inpasbaar zijn in het landschap." In de samenleving speelt deze dreiging geen rol, aldus het MNP.
Uit recent NIPO-onderzoek blijkt "dat de Nederlander zich absoluut geen zorgen maakt over de gevolgen van klimaatverandering". Ook bij de keuze van de vestigingsplaats van bedrijven in de Randstad "spelen overstromingsrisico's nog geen rol, zo blijkt uit navraag bij Kamers van Koophandel".
Volgens KNMI-klimaatexperts zal de zeespiegel over honderd jaar maximaal 85 centimeter stijgen. Volgens andere onderzoekers moet meer rekening worden gehouden met de versnelde smelting van de ijskappen op Groenland en West-Antarctica. Het monitoren daarvan is daarom cruciaal voor de houdbaarheid van de inrichting van Nederland, schrijft het planbureau.
Tegelijk zou het kabinet een plan moeten opstellen met mogelijke oplossingen, de gevolgen daarvan en een kostenraming.
(Bron)