Soms wil en kan een mens uitslapen. Dan word je op de gewone tijd wakker, met het heerlijke gevoel dat je je kunt omdraaien en dat je mag dóórslapen. Een uur later word je wakker omdat je droomde dat de deurbel ging. Dat gebeurt wel vaker, dus: ogen weer dicht, fijn weer wegzakkenzzzzzzzz... Hé! Daar gaat de bel weer! Dan zal het wel echt zijn. Je hijst je uit bed, graait wat kleren bijeen, trekt die onderweg naar de deur aan, deur open: niemand. Of toch: iemand op de trap naar boven. 'Was de glasvezel bij u al klaar?' 'Ehm nee, daar zouden ze half december voor terugkomen, maar dat gebeurde niet.' 'Dan komen we zo!'
Okee, vreemd dat die administratie blijkbaar niet duidelijk is, maar goed, handig dat ze nu komen. Niet dat ik gebruik ga maken van die glasvezel: voor de snelheid van het internet ga ik niet zoveel extra betalen, en het tv-pakket bevalt me niet. Internet en foon zou wel een optie zijn, maar die combinatie wordt niet geboden, het is of alleen net, of net, tv en foon. Maar de boel moet aangesloten dus vooruit maar.
Een uur later zit je wat verkleumd te balen - in de tussentijd had je van alles kunnen doen en wat ben je toch voor muts dat wachten voor jou inhoudt dat je alléén maar kunt wachten.
De deurbel. Daar is de monteur, en hopelijk gaat het nu wel goed, want de buitenboel is inmiddels drie keer opnieuw aangelegd.
Die glasvezelkabel wordt van buiten naar binnen geblazen of zo, in elk geval wordt er flink geblazen. Tom duikt panisch de boekenkast in, Tijger wil het liefst de gang in en besluit dan dat ze dat toch te eng vindt.
Een tijd later moet ik tekenen: de modem zit er, de glasvezel is gelast, CATV en DRG en FTU en CPS zijn gemonteerd, de buis is water- en gasdicht, er is geen schade, de boel is verzegeld met antifraudestickers - het zal allemaal wel.
Ik teken, en duik mijn bed weer in.
Half uur later: deurbel. 'Zijn ze al klaar bij u?' Ja dus.
Een uur later: telefoon. Hij gaat net vaak genoeg over om te stoppen op het moment dat ik 'm oppak. En dat gebeurt meerdere malen.
Zoals vaker na een brokkelslaap ben ik moe en doe iets doms: ik ga nog éven liggen...
Waarna ik mezelf op mijn werk terugvind, op 8 hoog, en ik besluit eens gezond te doen en per trap naar beneden te gaan in plaats van met de lift. Voor ik vertrek besef ik dat mijn hoektand keurig doormidden is: de buitenkant ligt eraf.
Ik neem de trappen moeiteloos, met de tand in mijn hand, het enige probleem is dat elke twee trappen naar beneden me een verdieping hoger brengen. Uiteindelijk kom ik toch op 1 hoog uit, met een prachtig uitzicht op een atrium met een balie en planten. Vanaf 1 hoog zijn er geen trappen meer, alleen maar roltrappen, en die lopen door elkaar in een soort Escherpatroon, geen idee waar of hoe ik precies moet opstappen. Er is één roltrap die gewoon naar beneden gaat, maar die gaat dan ook récht naar beneden. Misschien dat ie een soort staplatform maakt als je erop stapt. Ik moet wel naar beneden, want onderaan de roltrap zit iemand bekneld, die steeds verder verdwijnt. Dus ik stap maar op die zowat verticale roltrap, in de hoop dat ik niet direct naar beneden lazer want dan krijgt die vastzittende man nog een extra dreun. Als ik eenmaal beneden ben, is de man geheel onder de roltrap verdwenen. Ik ren naar de balie, en de enige man die geen mensen voor zijn neus heeft heeft een bordje voor zich waaruit blijkt dat hij verantwoordelijk is voor de muziek. Raadselachtig. Ik meld de man, en de portier zegt onverschillig: 'Dat gebeurt zo vaak, er zit een holte onder die roltrap hoor, maak je geen zorgen'. Maar ik zág dat die man vermorzeld werd, dus ik maak me wel zorgen, ernstige zorgen.
Waarna ik zwetend en kwaad en bang wakker werd en maar weer besloot dat ik nooit meer 'even' ga liggen, en okee, die man heb ik gedroomd, maar die tand? Inspectie leert me dat ik dat ook gedroomd heb. Pfoe.
Nu alleen nog een middel om het gezicht van die man uit mijn gedachten te krijgen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten