In een week tijd scheelt het al gauw 10 minuten, de daglengte. En dat begin je nu echt te merken: het is bijna half zes en nog steeds niet donker.
Ik merk het ook aan andere dingen: eerst hoorde ik tegen zonsondergang elke avond een merel tsjukken. Nu hoor ik veel merels tegelijk, driftig tegen elkaar in aan het tikken.
Zoals er ook verandering is in het gefluit en gezang van andere vogels, nog niet helemaal vol overtuiging maar het komt.
En in de sloot staan de eenden bij elkaar op de randen van het ijs, ijs dat op sommige plekken meer op dof craqueléporselein lijkt dan iets anders, en op andere plekken oogt als geperst wier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten