Jeanne schrijft over kuikens. Ik ben een beetje cynisch in dezen: dieren zijn aaibaar, decoratief, nuttig of eetbaar.
Als ze aaibaar zijn, kan het de meesten niet veel meer schelen wat er na het aaibaarheidsstadium gebeurt (kijk naar de kuikens die je inderdaad als decoratie rillend onder een grote lamp ziet in tuincentra rond de pasen); decoratieve beesten worden na gebruik denk ik ook weggemikt tenzij ze daarna nog nuttig dan wel eetbaar zijn; nuttige beesten houden we totdat ze ieieiets minder nuttig worden; en eetbare beesten, ach, daar willen we niks van weten. Wel kip willen eten, maar niet willen weten hoe dat kipfiletje op je bord terecht komt of wat dat voor milieu-effecten heeft gehad.
Ik ben zelf net zo, eet niet zo heel veel vlees, maar vind het soms lekker. En dan wil ik er ook _niet_ aan denken dat dat iets levends was.
Moet plots weer denken aan dat andere beestenstokpaardje van me: de modehond. Ineens loopt iedereen met een Dobermann, Dalmatiƫr, windhond, terreurtje. Na een tijdje is die mode voorbij, en dan zie je die beesten ook nauwelijks meer. Terwijl je er vanuit zou kunnen gaan dat zo'n beest na een jaar of wat toch nog wel leeft. (Anders zou je die eigenaren een eeuwig huisdierenverbod moeten kunnen opleggen.) Dus: waar blijven ze? Naar het asiel, ingeruild voor de volgende modehond? Afgemaakt en inmiddels verorberd door andere beesten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten