vrijdag, april 22, 2005

Mensenrechtencommissie VN na vijftig jaar mogelijk opgeheven

De mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties (UNHRC) heeft vrijdag in Genève mogelijk haar laatste zitting gehouden. VN-secretaris-generaal Kofi Annan heeft voorgesteld de UNHRC, die al meer dan vijftig jaar ieder jaar zes weken bijeenkomt, te vervangen door een nieuw orgaan met meer bevoegdheden en een duidelijker profiel.
De oogst van meer dan vijftig jaar in internationaal verband praten over de mensenrechten is volgens veel deskundigen uiterst mager. De laatste sessie van de 53 leden tellende UNHRC is een goed voorbeeld. Schendingen van de mensenrechten in Sudan en Cuba werden veroordeeld, maar misstanden in Tsjetsjenië, China en Zimbabwe bleven onbesproken. Niet toevallig hebben de laatstgenoemde drie landen een vertegenwoordiger in de commissie en de eerste twee niet.
Politiek voert de boventoon binnen de UNHRC, stelt Joanna Weschler van Human Rights Watch, reden voor Annan om voor opheffing van de commissie te pleiten. "We hebben een punt bereikt waarop de afnemende geloofwaardigheid van de UNHRC de reputatie van de VN aantast", aldus Annan, die zich vooral heeft gestoord aan het gebrek aan slagvaardigheid met betrekking tot Darfur. Schendingen van de mensenrechten in de Sudanese regio werden veroordeeld, maar tot actie in internationaal verband heeft dat niet geleid.
Een ander kritiekpunt is dat net als in veel andere VN-organisaties de macht van de Verenigde Staten volgens deskundigen te groot is. Zo werd er een expert benoemd om mogelijke schendingen van de mensenrechten bij de strijd tegen het terrorisme in kaart te brengen, maar blokkeerde Washington een onderzoek van de UNHRC naar de detentie-omstandigheden van de meer dan zeshonderd terreurverdachten die al jaren vast zitten op de Amerikaanse marinebasis Guantanamo in Cuba.
(Bron)

Geen opmerkingen: