Tips binnen politie over Utrechtse serieverkrachter

UTRECHT - In de onopgeloste zaak van de Utrechtse serieverkrachter zijn ongeveer tien politiemannen getipt als de dader. De tips kwamen van collega's van het Utrechtse politiekorps. DNA-tests hebben echter uitgewezen dat zij niet de dader zijn. Dat zegt de leider van het politieonderzoek, M. van Leuken, woensdagavond in het televisieprogramma Profiel. Het onderzoek zal over enkele maanden op een lager pitje worden gezet. Het dossier wordt niet gesloten, maar politiemedewerkers zullen er geen dagtaak meer aan hebben.
Oud-onderzoeksleider L. Mellink zegt in het programma dat de politie dichtbij de arrestatie van de Utrechtse serieverkrachter is. Een grootschalig DNA-onderzoek onder 3000 mannen zou uitkomst moeten bieden, maar het Openbaar Ministerie verzet zich daartegen, aldus Mellink. Hij denkt dat de dader zich onder deze mannen bevindt.
De Utrechtse serieverkrachter hield de gemoederen de afgelopen tien jaar flink bezig. In het groene gebied tussen Utrecht, De Bilt en Bunnik verkrachtte hij tussen 1995 en 2001 zeven vrouwen en deed hij elf pogingen daartoe. De meeste daarvan pleegde hij in de jaren 1995 en 1996. In het najaar van 2001 sloeg hij opnieuw twee keer toe. Dat was enkele maanden nadat het onderzoek in de zaak was stilgelegd. De politie heeft aan de hand van DNA-materiaal vastgesteld dat het steeds om dezelfde man ging.
Van Leuken staat op zich open voor zo'n grootschalige DNA-test onder 3000 mannen. "Voor de mannen zelf, die dan van iedere twijfel ontheven zijn en voor ons omdat wij nooit meer naar die mannen hoeven te kijken." Volgens Mellink was de kans om de Utrechtse serieverkachter te pakken veel groter geweest als al veel eerder tot een grootschalig DNA-onderzoek was overgegaan. Hij wilde in 1999 6000 mannen testen. Het OM gaf daar geen toestemming voor, wel voor DNA-onderzoek bij ongeveer 120 mannen.
In Profiel komt ook een specialist van de Britse recherche aan bod die de meest waarschijnlijke verblijfplaats van de serieverkrachter heeft berekend. Tijdens de serie verkrachtingen woonde, werkte of recreëerde "voor 95 procent zeker" in de buurt van stadion Galgenwaard, de thuisbasis van FC Utrecht.
(Bron)