maandag, februari 06, 2006

Zedenmisdrijven steeds ernstiger

APELDOORN - Het aantal aangiftes van zedenmisdrijven loopt de laatste jaren terug, maar de zaken worden wel steeds ernstiger. Het gaat om complexere zaken als kindermisbruik en kinderporno, eventueel via internet. Dat blijkt uit een landelijk onderzoek in opdracht van de Politieacademie in Apeldoorn.
Jaarlijks doen 6000 mensen aangifte van een zedendelict en houdt de politie ruim 4000 verdachten aan. Het aantal aangiftes van zedendelicten neemt de laatste jaren sterker af dan de daling van de criminaliteit in het algemeen. Ook worden naar verhouding minder verdachten aangehouden.
Onderzoeker A. van Wijk wijt dat laatste mogelijk aan de afschaffing van de zedenpolitie jaren geleden. "De kennis van deze rechercheurs is teruggelopen. Ook al hebben korpsen soms nog specialisten, hun werkwijze is toch anders geworden", stelt Van Wijk. Een van de aanbevelingen in het rapport is de terugkeer van specialisten, Die zouden altijd de aangifte van slachtoffers moeten verzorgen en ook de daders moeten verhoren, omdat die kennis vergt.
De meeste zedendelicten worden rond de zomermaanden gepleegd. Potloodventers zijn doordeweeks het meest actief, vooral overdag. Verkrachters slaan vaker toe in het weekend en 's nachts. Toch gebeuren de meeste verkrachtingen in de relationele sfeer. Van schennis van de eerbaarheid wordt het vaakst aangifte gedaan, daarna van aanranding en dan verkrachting. Grotere steden registreren naar verhouding de meeste verkrachtingen.
De daders zijn volgens de onderzoekers zeer divers, zo blijkt uit een analyse van de 23.785 zedendelinquenten die tussen 1996 en 2002 zijn geregistreerd. Ongeveer de helft heeft alleen zedendelicten op zijn lever. De andere helft, met name de aanranders en verkrachters, pleegt daarnaast ook nog andere strafbare feiten.
Van de 'zuivere' daders - die alleen zedendelicten plegen - is ongeveer een derde eenmalig met de politie in aanraking gekomen.
Opmerkelijk is verder dat de 'niet-zuivere' zedendelinquenten hun criminele activiteiten op een andere manier begonnen of voortzetten. Wel is van deze personen de aanranding of verkrachting vaak het eerste misdrijf dan geregistreerd is.
Het grootste deel van dit soort daders blijkt zich later bezig te houden met vermogensmisdrijven. Onderzoeker Van Wijk geeft als mogelijke verklaring aan dat dit delict, in tegenstelling tot een zedenmisdrijf, direct wat oplevert: geld en goederen. Ook is de pakkans kleiner.
(Bron)

Geen opmerkingen: