Vliegtuig Air France verdwijnt van radar

PARIJS - Een Frans verkeersvliegtuig van de maatschappij Air France wordt maandag vermist.
Het toestel met 216 passagiers aan boord en twaalf bemanningsleden, is maandag boven de Atlantische Oceaan voor de kust van Brazilië van de radar verdwenen.
Het toestel was onderweg van Rio de Janeiro naar de Parijse luchthaven Charles de Gaulle, waar het om 11.00 uur had moeten aankomen.
De Airbus A330-200 is waarschijnlijk in een hevige storm boven de Atlantische Oceaan door bliksem getroffen. Dit zei communicatiedirecteur François Brouse van de getroffen luchtvaartmaatschappij Air France maandag.
Eerder liet Air France weten dat het laatste contact met het vliegtuig na ruim vier uur vliegtijd om 04.14 uur was. De automatische boodschap vanuit het toestel was dat er kortsluiting was en dat belangrijke onderdelen niet meer functioneerden.
De topman van Air France-KLM, Pierre-Henri Gourgeon, zei op een persconferentie dat "we waarschijnlijk voor een vliegramp staan". Hij beklemtoonde dat het om een nieuw toestel ging met een ervaren bemanning.
Ook de Franse minister Jean-Louis Borloo houdt rekening met het ergste. Het verkeersvliegtuig zou inmiddels geen brandstof meer hebben. Dit zei Borloo aan het begin van de middag tegen de Franse radiozender France Info.
"We moeten het meest tragische scenario tegemoet zien", aldus de bewindsman. Het leek hem uitgesloten dat het vliegtuig is gekaapt. Het is waarschijnlijk een ongeluk, aldus Borloo.
Braziliaanse luchtmacht is begonnen met zoeken naar het verdwenen vliegtuig. De zoekoperatie is gestart op het Braziliaanse eiland Fernando de Noronha voor de noordoostkust. Het is echter onduidelijk waar in het uitgestrekte gebied moeten worden gezocht.
Brazilië heeft op grond van internationale verdragen en zijn lange kust een erg groot deel van de zuidelijke Atlantische Oceaan onder zijn verantwoordelijkheid bij dergelijke zoekacties.
Een woordvoerster van KLM, de Nederlandse zustermaatschappij van Air France, kon nog niets zeggen over de nationaliteit van de inzittenden. Het ministerie van Buitenlandse Zaken kon evenmin zeggen of er Nederlanders aan boord waren.
(Bron)