Ongelijkheid in sterfte volwassenen gestegen

PARIJS - De sterfte onder volwassenen onder 60 jaar is de afgelopen veertig jaar sterk gedaald, maar de verschillen tussen de landen zijn juist sterk toegenomen.
Dat blijkt uit een onderzoek onder leiding van Christopher Murray van de Universiteit van Washington in de Amerikaanse stad Seattle, dat het gerenommeerde Britse medische tijdschrift The Lancet heeft gepubliceerd.
In Zambia in het zuiden van Afrika is de kans dat een volwassen vrouw voor haar 60e overlijdt, zestien keer groter dan op Cyprus.
Het eiland in de Middellandse Zee voert de lijst aan van landen waar vrouwen hun 60e halen. Van elke duizend 15-jarige vrouwen in Zambia zullen er minder dan vierhonderd de leeftijd van 60 jaar bereiken.
Uit de gegevens die de geleerden verzamelden, blijkt dat Nederland vierde staat op de lijst van landen waar mannen het vaakst de 60 halen.
Nederland moet alleen IJsland, Zweden en Malta laten voorgaan. Bij de vrouwen staat Nederland niet in de top vijf. Daar komen na Cyprus Zuid-Korea, Japan en Griekenland.
Vooral Zuid-Korea heeft in de afgelopen veertig jaar een enorme sprong gemaakt. Veertig jaar geleden stond het land bij de vrouwen nog op plaats 123. Bij de mannen ging Zuid-Korea omhoog van de 167e naar de 31e plaats.
Uit het onderzoek blijkt dat bijna overal in de wereld de kans om de 60 te halen is gestegen. Slechts in twee regio's is de situatie sinds 1970 verslechterd. In een groot deel van Afrika ten zuiden van de Sahara halen minder mensen de 60 dan veertig jaar geleden.
Dat is vrijwel zeker te wijten aan de ziekte aids, waaraan de afgelopen jaren in dat deel van de wereld jaarlijks bijna anderhalf miljoen mensen stierven.
Ook in Oost-Europa verslechterde de situatie. Zo daalde Rusland bij de vrouwen op de lijst van 187 landen van de 43e plaats in 1970 naar de 121e positie nu. Ook in Wit-Rusland ziet het er voor jongvolwassenen slechter uit dan in 1970.
Daarentegen stoomde Bulgarije op. Stond het Oost-Europese land in 1970 nog op de 66e plaats bij de vrouwen en de 96e bij de mannen, nu is dat respectievelijk de veertiende en twaalfde positie.
(Bron)