Fossiel van 'reuzenpinguïn' opgegraven
AMSTERDAM – Amerikaanse wetenschappers hebben een fossiel ontdekt van een reusachtige pinguïn die ongeveer 36 miljoen jaar geleden in het huidige Peru leefde.
Een eerste analyse van het opgegraven pinguïnfossiel wijst uit dat het dier geen zwart met witte veren had, maar een roodachtige vacht.
Verder had de zeevogel een lengte van ongeveer anderhalve meter. Daarmee was de 'oerpinguïn' twee keer zo lang als zijn grootste nog levende soortgenoot, de keizerspinguïn.
Uit het onderzoek op het fossiel blijkt ook dat de vorm van de zwemvliezen van pinguïns en de vorm van hun veren al vroeg in de evolutie ontstonden.
De resten van de prehistorische zeevogel zijn opgegraven in het natuurreservaat Reserva Nacional de Paracas in Peru. Onderzoekers van de Universiteit van Texas en de Universiteit van Yale beschrijven de vondst uitgebreid in het oktobernummer van het wetenschappelijk tijdschrift Science.
“Voorafgaand aan de vondst van dit fossiel hadden we geen bewijs voor de vorm van de veren en de zwemvliezen van prehistorische pinguïns”, verklaart hoofdonderzoeker Julia Clarke op BBC News. “We hadden vooral veel vragen en dit was onze kans om een begin te maken met het vinden van de antwoorden.”
Tijdens hun onderzoek analyseerden de wetenschappers elk detail van het pinguïnfossiel. Om sporen van de vachtkleur van de prehistorische vogel te vinden, onderzochten ze bijvoorbeeld zogenaamde melanosomen in de versteende resten. Dat zijn microscopische structuren die informatie bevatten over het pigment van veren.
“Inzichten in de kleuren van uitgestorven organismen kunnen aanwijzingen opleveren over hun gedrag”, aldus onderzoeker Jakob Vinther van de Universiteit van Yale.
“Maar bovenal is het gewoon cool dat we nu een idee hebben van de vachtkleur van een reusachtige prehistorische pinguïn”, aldus Vinther.
(Bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten